Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

6/21 - Vastberaden en ruimhartig

Boaz antwoordde: ‘Meer dan eens is mij verteld over alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man: dat je je vader en moeder en je geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat je volkomen onbekend was. Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen.’ - Ruth 2:11-12

Bijbeltekst(en)

Ruth 2

1Nu was Naomi van de kant van haar echtgenoot Elimelech verwant aan een moedig en invloedrijk man, die Boaz heette.

2Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: ‘Ik wil graag naar het land gaan om aren te lezen bij iemand die mij goedgezind is.’ Naomi antwoordde: ‘Doe dat maar, mijn dochter.’ 3Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan. Bij toeval kwam ze op de akker van Boaz, het familielid van Elimelech. 4Na enige tijd kwam Boaz zelf eraan, uit Betlehem. ‘De HEER zij met jullie,’ groette hij de maaiers. ‘De HEER zegene u,’ groetten zij terug. 5Boaz vroeg de voorman van zijn maaiers: ‘Bij wie hoort die jonge vrouw daar?’ 6De man antwoordde: ‘Dat is de Moabitische vrouw die met Naomi mee teruggekomen is. 7Toen ze hier aankwam zei ze: “Ik zou graag achter de maaiers aan willen gaan om aren te lezen bij de schoven,” en nu is ze hier al de hele dag, vanaf de vroege ochtend – ze heeft maar even gezeten.’ 8Daarop zei Boaz tegen Ruth: ‘Luister goed, mijn dochter. Je moet niet naar een andere akker gaan om aren te lezen; ga hier niet weg, maar blijf dicht bij de vrouwen die voor mij werken. 9Volg ze op de voet en houd je ogen gericht op het veld waar gemaaid wordt. Ik zal mijn mannen zeggen je niet lastig te vallen. Als je dorst hebt, ga dan naar de kruiken en drink van het water dat ze daar scheppen.’ 10Ze knielde, boog diep voorover en zei: ‘Waarom bent u zo vriendelijk voor mij? U behandelt mij goed, terwijl ik toch maar een vreemdeling ben.’ 11Boaz antwoordde: ‘Meer dan eens is mij verteld over alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man: dat je je vader en moeder en je geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat je volkomen onbekend was. 12Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen.’ 13‘U bent goed voor mij, heer,’ zei ze. ‘U biedt me troost en spreekt me moed in, terwijl ik niet eens bij u in dienst ben.’

14Toen het etenstijd was zei Boaz tegen haar: ‘Kom maar hier en neem een stuk brood en doop het in de wijn.’ Ze ging naast de maaiers zitten, en hij gaf haar geroosterd graan. Ze at tot ze genoeg had en ze hield zelfs nog over. 15Toen ze weer opstond om te gaan werken, gaf Boaz zijn mannen de volgende opdracht: ‘Laat haar ook tussen de schoven aren lezen, zeg daar niets van. 16Integendeel, jullie moeten juist wat halmen voor haar uit de bundels trekken en die laten liggen, zodat zij ze op kan rapen. Verwijt haar dus niets.’

Ruth 2:1-16NBV21Open in de Bijbel

Ruth was een migrante én een weduwe. Dat betekent dat Ruth tot de meest kwetsbare groepen van haar tijd behoorde. Het was riskant voor haar om in de graanvelden te zijn, midden tussen de mannelijke arbeiders. Toch gaat ze op stap, op zoek naar een kans om voedsel te verzamelen voor haarzelf en haar schoonmoeder. Zo komt ze bij het veld van Boaz, waar de voorman haar achter de maaiers laat sprokkelen.

Wanneer Boaz het verhaal van Ruth hoort, reageert hij met ruimhartige gastvrijheid en hij behandelt Ruth met waardigheid en eer. Zijn gastvrijheid stelt haar in staat om veilig te werken. Hij voorziet haar van eten, drinken en bescherming. Boaz bewondert Ruths vastberadenheid om haar land te verlaten en haar schoonmoeder naar Betlehem te volgen en naar de HEER te komen ‘om onder zijn vleugels te schuilen’. Zonder het te weten, belichaamt Boaz zelf die ‘vleugels van de HEER’.

God weeft het leven van mensen samen om hoop en verlossing te brengen. De lef van Ruth en de ruimhartige houding van Boaz werpen vruchten af die geen van de betrokkenen had kunnen voorzien. Het had een diepgaande invloed op de wereldgeschiedenis. Boaz en Ruth trouwden en uit hun geslacht werd koning David geboren, die op zijn beurt een voorouder van Jezus is.

Heb jij weleens achteraf het gevoel gehad dat iets wat je deed onderdeel was van Gods plan? Wat was het wat je toen deed?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.0
Volg ons