2.4 Saul en David
Bijbeltekst(en)
1 Samuel 16
1 Samuel 18
Schilderij
Lange tijd gold dit schilderij als topstuk van Rembrandt, totdat in 1969 de toeschrijving aan hem ernstig werd betwijfeld. Sinds grondig onderzoek een aantal jaren geleden is men er echter weer van overtuigd dat dit werk uit de handen van Rembrandt komt. De materiële toestand van het werk kan een reden voor twijfel zijn geweest. Het werk heeft namelijk veel aanpassingen ondergaan. Origineel zijn twee stukken doek met de twee hoofdpersonen. Daartussen is de voorstelling opgevuld met andere stukjes doek, in totaal vijftien. Men gaat ervan uit dat het oorspronkelijke werk groter was, maar ook dat Rembrandt er in twee fases aan heeft gewerkt.
De voorstelling bestaat uit twee personen: Saul die tot tranen geroerd zijn gezicht aan het gordijn afveegt en de harp spelende David aan zijn voeten. In de moderne Bijbelvertalingen wordt het instrument waarop David speelt een lier genoemd, onder meer omdat dit instrument uit de klassieke oudheid bekend is. De lier is een halfrond instrument waarbij de snaren tussen twee armen op een klankkast gemonteerd zijn. De betekenis van het woord kinnor in de Hebreeuwse brontekst is echter niet helemaal zeker, behalve dat er een snaarinstrument mee wordt aangeduid. De Bijbelvertalingen in Rembrandts tijd spreken dan ook allemaal van een harp, een instrument dat ook al in het oude Egypte bekend was.
Het spel van David voor Saul werd al eerder uitgebeeld, bijvoorbeeld door Lucas van Leyden in een prent uit 1508. Meestal staat dan de opkomende woede van Saul centraal, die met zijn speer David bedreigt. Rembrandt legt echter de nadruk op de emotionele werking van de muziek, die Saul ontroert. Zodoende implementeert hij in het Bijbelse verhaal de medische kennis van zijn eigen tijd, die muziek als geschikte remedie voor een melancholische geest beschouwde.
Bijbel
Van eenvoudige herdersjongen naar legeraanvoerder tot uiteindelijk koning van Israël: dat is de carrière van David in een notendop. David heeft zojuist de reus Goliat gedood en daarmee de Filistijnen, de aartsvijand, een gevoelige nederlaag toegebracht. Het zou volgens de schrijver van het boek Samuel de opmaat blijken tot een succesvolle militaire carrière: ‘Alle veldtochten die David in opdracht van Saul ondernam, bracht hij tot een goed einde. Daarom benoemde Saul hem tot legeraanvoerder’ (1 Samuel 18:5). Wanneer hij door het volk feestelijk binnengehaald wordt na zijn overwinning op de Filistijnen, worden er liederen gezongen. Een van die liederen is tegen het zere been van Saul en vanaf die dag begint Saul David te wantrouwen. Hij ziet namelijk zijn eigen macht en invloed steeds meer afbreken en merkt dat God niet langer zijn koningschap bevestigt. David wordt ineens zijn mogelijke troonopvolger: iets dat hij koste wat kost moet en zal voorkomen!
Saul wordt regelmatig gekweld door een ‘kwade geest’. Om Saul enigszins rustig te krijgen, was David eerder aangesteld om rustige muziek op de lier te spelen. Dit hielp altijd, totdat de verhouding tussen Saul en David veranderde. Na Davids overwinning op de reus Goliat en de Filistijnen, weet Saul dat God nu met David is. Het wantrouwen wordt groter. De woede bereikt een hoogtepunt wanneer Saul weer ‘overmand wordt door een kwade geest’, als een ‘razende door het huis loopt’ en vervolgens David tweemaal probeert te doden door hem met een speer aan de wand te spiesen. David weet te ontkomen en vanaf dan gaan hun wegen steeds meer uiteen.