2.2 Het offer van Abraham
Bijbeltekst(en)
Genesis 22
Abraham op de proef gesteld
Prent
Het verhaal waarin God van Abraham vraagt om zijn meest geliefde zoon Isaak te offeren, moet voor ouders moeilijk te begrijpen zijn. Meestal wordt de scène uitgebeeld die de goede afloop aangeeft: het moment dat Gods engel ingrijpt en Abraham ervan weerhoudt met zijn mes de keel van zijn zoon door te snijden. Maar welke gevoelens zullen in de aanloop naar dit offer zijn rondgegaan in Abraham?
Rembrandt toont hier de voorafgaande scène: Isaak heeft in alle onschuld gevraagd voor welk offerdier hij hout naar deze offerplaats heeft gesjouwd. De offersteen is een lege witte plek – geen enkele etslijn verstoort de oppervlakte. Op de achtergrond stijgt al rook op uit een ketel. Het verslag in de Bijbel is zakelijk, over emoties van de betrokkenen wordt niets gezegd. Abraham antwoordt zijn zoon diplomatiek: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ Met het gebaar van zijn linkerwijsvinger die naar boven wijst, geeft hij aan dat God verantwoordelijk is. Hij lijkt vastberaden, maar zijn rechterhand, waarmee hij in zijn hartstreek knijpt, verraadt subtiel dat er meer aan de hand is.
Bijbel
Een van de meest dramatische verhalen in de Bijbel is het verhaal over het offer van Abraham. Het is niet alleen het hoogtepunt in de hele vertelgeschiedenis van Abraham, maar het is ook een gedeelte dat tot de verbeelding (en verbazing) sprak en nog steeds spreekt bij kunstenaars, theologen, Bijbelwetenschappers en andere Bijbellezers. Het is een bijzonder mooi voorbeeld – opnieuw – van de Hebreeuwse vertelkunst.
De lezer krijgt in de opening wederom meer informatie dan Abraham: God stelt Abraham opnieuw op de proef. Het is een test waarin gekeken wordt wie Abraham ten diepste is: hoe gehoorzaam is hij eigenlijk aan God? Dat je gehoorzaamt bij makkelijke opdrachten die je wat opleveren is logisch. Abraham heeft al laten zien dat hij bereid is zijn thuisland te verlaten voor God. Maar zou Abraham ook gehoorzamen als het nog moeilijker wordt? Ja, zelfs als hij zijn eniggeboren zoon – zijn toekomst, zijn nageslacht – zou moeten offeren? Als lezer kun je de goede afloop al tussen de regels door verwachten, maar voor Abraham is die nog onzichtbaar.
Langzaam wordt de spanning en dramatiek opgebouwd. Het begint al met hoe God de opdracht geeft: ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt.’ Om de dramatiek te vergroten, benadrukt de schrijver ook bijna in elk vers deze relatie tussen vader en zoon – ja, zelfs op het moment suprême noemt hij dit: ‘Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten.’ Net op tijd klinkt dan de stem van de engel uit de hemel, die Abraham ervan weerhoudt door te gaan. Abraham is op de proef gesteld en heeft dit doorstaan.