27 mei - Psalm 56
Bijbeltekst(en)
Psalmen 56
‘Wat kan een sterveling mij aandoen?’, vraagt de dichter zich af (vers 5). Als we de rest van de psalm lezen, blijkt dat nogal wat te zijn. Zelf weten we ook – van het nieuws, of uit eigen ervaring – wat mensen elkaar kunnen aandoen. En toch is de dichter heel stellig: ‘angst ken ik niet’. Is dat grootspraak? Is hij elk contact met de werkelijkheid kwijt? Of bedoelt hij iets anders? Misschien wel dit: hij heeft er precies over nagedacht wat zijn vijanden kunnen doen: ze kunnen hem bedreigen, beledigen, pijn doen en zelfs doden. Maar al die dingen raken niet aan wie hij ten diepste is. Dat stukje is veilig bij God.
Deel je de ervaring van de dichter?