Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

1 juli - Galaten 4:1-11

Bijbeltekst(en)

Galaten 4

1Ik bedoel dit: Zolang een erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, ook al is hij reeds de eigenaar van alles. 2Hij staat onder voogdij en toezicht tot het door zijn vader vastgestelde tijdstip is gekomen. 3Op dezelfde manier waren ook wij, toen we nog onmondig waren, als slaaf onderworpen aan de machten van de wereld. 4Maar toen de bestemde tijd gekomen was, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, 5om ons, die aan de wet onderworpen waren, vrij te kopen opdat wij als kind aangenomen zouden worden. 6En omdat u zijn kinderen bent, heeft God in ons hart de Geest van zijn Zoon gezonden, die ‘Abba, Vader’ roept. 7U bent nu dus geen slaven meer, maar kinderen en als zodanig erfgenamen, dankzij God.

8Vroeger, toen u God nog niet kende, onderwierp u zich aan goden die helemaal geen goden zijn. 9Hoe is het dan toch mogelijk dat u zich nu, terwijl u God hebt leren kennen – meer nog, door God gekend bent – opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan weer als slaaf wilt onderwerpen? 10U houdt u aan vastgestelde dagen, maanden, seizoenen en jaren? 11Ik vrees dat al mijn inspanningen voor u zinloos zijn geweest.

Galaten 4:1-11NBV21Open in de Bijbel

Paulus schrijft over de verhouding tussen het geloof en de wet. Door ons geloof gaan we op God lijken, omdat zijn heilige Geest in ons woont. We doen de goede dingen niet meer omdat het moet of omdat de wet ons ertoe dwingt, maar omdat we door de heilige Geest weten wat het goede is om te doen. De wet wijst ons op de dingen die we verkeerd doen. Maar de heilige Geest maakt vrij en laat een vrucht van liefde en vrede groeien. Verderop in Galaten 5 lezen we hier meer over.
Hoe weet jij wat het goede is om te doen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons