Dag 154 / Ps. 72, Ps. 139, Spr. 31
Bijbeltekst(en)
Psalmen 72
Psalmen 139
Spreuken 31
Raadgevingen voor koning Lemuel
Loflied op de sterke vrouw
Je hebt het boek Rechters afgerond: gefeliciteerd! Het is geen makkelijk boek: de mensen waarover je leest zijn soms letterlijk en figuurlijk de weg kwijt. Ze dwalen steeds weer van God af, en er is ook geen koning die hen weer op het rechte pad kan brengen.
De teksten die je vanaf vandaag leest, geven langzaam maar zeker antwoord op die vraag naar een koning. Je begint met twee psalmen, eerst Psalm 72, een lied over hoe de ideale koning eruit zou moeten zien. En daarna Psalm 139, een psalm die aan koning David wordt toegeschreven, als voorbeeld van iemand – misschien wel een koning – die heel dicht bij God leeft.
Deze twee psalmen én Spreuken 31 vormen een opmaat voor het boek Ruth
Na Ruth lees je in 1 en 2 Samuel
De psalmen die je naast 1 en 2 Samuel leest, geven soms een kritische kijk op wat zich in de tekst afspeelt. Op wie moet je bijvoorbeeld vertrouwen, op God of op een menselijke koning? En omdat veel psalmen aan David zijn toegeschreven – soms zelfs aan concrete gebeurtenissen in zijn leven – lees je regelmatig een psalm waar de naam van deze muzikale koning van Israël boven staat. Vaak zijn dit psalmen waarin de schrijver (David of iemand anders) een heel persoonlijk inkijkje geeft in zijn gesprekken met God.