Waarom Bijbel in een jaar? Een ervaringsverhaal
17 jaar was ik toen ik voor het eerst de Bijbel in één jaar las. Oké, iets meer dan een jaar, want er waren ook dagen dat het niet lukte om de verplichte drie hoofdstukken vol te maken. Maar ik kan oprecht zeggen dat het een van de meest indrukwekkende en vormende ervaringen van m’n leven is geweest.
Dat heeft ongetwijfeld iets met de leeftijd te maken, en met het feit dat ik kort daarvoor bewust had gekozen voor het geloof.
Gegrepen door Gods liefde
Maar het was meer dan dat. Ik werd gegrepen door de manier waarop God vanaf het allereerst begin liefdevol en onvermoeibaar bij zijn schepping en zijn mensen betrokken is. Ook al zegt Hij regelmatig dat Hij van plan is om zijn eigenzinnige schepsels aan hun lot over te laten, uiteindelijk wint de ontferming het altijd van de woede.
Ik werd getroffen door de verhalen waarin God, die net nog de hele schepping puur door zijn woord in het leven had geroepen, in gesprek ging met ‘the girl next door’ (of, toegegeven, nog iets vaker ‘the guy next door’). Verhalen waarin Hij steeds weer laat zien dat de menselijke kijk op status, bezit, macht en de hokjes waarin we elkaar graag indelen niet de zijne is.
Ik heb kanten van God en van Jezus leren kennen waar in de kerk maar zelden over gepreekt wordt. Of anders gezegd: ik heb ontdekt dat de verhouding tussen de liefdevolle God waar wij graag over praten en de God die woest reageert op onrecht in de Bijbel, anders ligt dan ik had gedacht. Dat doet een appel op mij: zou ik niet ook eens wat vaker iets van heilige woede moeten ervaren bij het zien van dingen waar God van wakker zou liggen?
Natuurlijk, er waren ook teksten waar ik echt doorheen moest bikkelen. De eindeloze instructies voor hoe het heiligdom eruit moest komen te zien, de voorschriften over reinheid, de verhalen over wat mensen elkaar allemaal aandoen, de profetische beschrijvingen van wat God voor verschrikkingen in petto heeft voor mensen en volken die niet leven zoals Hij wil … Maar juist die teksten maken het contrast en de verrassing des te groter wanneer God dan bijvoorbeeld in Jeremia 31 ineens aankondigt dat Hij een punt zet achter het verleden en een nieuw verbond met zijn volk aangaat.
Weer onder de indruk
Afgelopen jaar, met inmiddels heel wat jaartjes persoonlijke en wetenschappelijke Bijbelstudie én levenservaring meer in m’n rugzak, ben ik het avontuur nog een keer aangegaan. En weer heb ik nieuwe dingen ontdekt. Natuurlijk, ook deze keer waren er pagina’s waar ik liever vluchtig doorheen las en hoofdstukken waarvan ik liever niet had gehad dat ze in de Bijbel stonden. Maar ik was meer dan ooit onder de indruk van de kunstige manier waarop de Bijbel in elkaar is gevlochten. Van schrijvers die eeuwen en soms honderden kilometers van elkaar verwijderd leefden en toch met elkaar in gesprek lijken te zijn. Soms om wat eerder geschreven is te bevestigen, soms om er een nuance aan toe te voegen, en soms om te zeggen: kijk, wat hier gebeurt hadden jullie in je stoutste dromen niet kunnen bedenken.
Verlangen naar de nieuwe wereld
Meer dan ooit heb ik ook de menselijke kant van de Bijbel tot me door laten dringen. Misschien komt het door de actualiteit, die soms schrikbarend lijkt op wat je in de Bijbel leest over conflicten, natuurrampen en klein en groot onrecht. Wat voor gevolgen dat nu heeft en toen had in het leven van gewone mensen, staat door alle nieuwsberichten voor altijd op ons netvlies gebrand. Het brengt de verhalen van toen nog dichterbij.
En het wakkert het verlangen naar de nieuwe wereld, die vanaf het eerste begin tot de laatste bladzijde steeds weer gedroomd en beloofd wordt, nog eens extra aan. Over een paar dagen mag ik beginnen aan Openbaring. Geen zachtzinnig boek voor tere zielen, maar ik kijk nu al uit naar de verlossende woorden aan het eind:
Anne-Mareike Schol-Wetter