Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
18 december 2018

‘Vandaag is jullie redder geboren’

‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer’ (Lucas 2:10-11). 

Het zijn overbekende woorden, maar hun betekenis spreekt niet per ze voor zich. Dat merken we bijvoorbeeld als we ze voor producten zoals Bijbel Basics en de SamenleesBijbel Junior  aan kinderen proberen uit te leggen. Want wat komt die redder dan doen, en waarom was hij eigenlijk nodig? En begrijpen wij volwassenen dat eigenlijk wel helemaal? De herders hadden aan één woord genoeg, maar geldt dat ook voor ons? 

In mijn vorige blog heb ik stilgestaan bij de verwachtingen die in het Oude Testament gewekt worden rond het moment waarop God komt om de mensen te redden. Het  ging toen over de teksten die op de zondagen van advent op het oecumenisch leesrooster stonden, waaronder Zacharia 14:4-9, Maleachi 3:1-4 en Micha 5:1-6. De profeten zien uit naar een dag waarop God naar de aarde komt om orde op zaken te stellen. Een dag waarop de volken die Israël onderdrukken eindelijk een koekje van eigen deeg krijgen, en waarop iedereen, vriend én vijand, onder de indruk zal zijn van de overweldigende macht van de God van dit kleine volk. 
Om tussen de beelden van uiteensplijtende bergen, blinkende wapens en smeltend metaal iets van het kerstverhaal te ontdekken, moest je behoorlijk je best doen.

Bij de teksten uit Jesaja die op kerstavond en kerstochtend op het rooster staan (Jesaja 8:23b-9:7 en Jesaja 52:7-10), zit dat wel anders. Licht, vreugde, vrede, en een pasgeboren kind dat redding brengt – de woorden passen als een maatpak bij de nieuwtestamentische lezingen uit Lucas 2:1-20 en Johannes 1:1-14. Ontspannen kunnen we achteroverleunen: het verhaal klopt weer. 
Maar misschien valt er toch nog wel meer over te zeggen. Want als je de woorden van Jesaja in hun oorspronkelijke context leest, zie je dat ze helemaal niet zo ver af zitten van de visoenen van Zacharia en Maleachi. Allemaal samen geven ze kleur en inhoud aan de woorden over de redder in Lucas 2 en Johannes’ woorden over het licht dat bij de mensen is gekomen. 
Want net als bij de andere profeten gaat achter de woorden van Jesaja 9 en de hoofdstukken die eraan voorafgaan een concrete en roerige werkelijkheid schuil. De wrede Assyriërs zijn bezig hun macht in de regio te verstevigen. De Judese leiders moeten kiezen uit twee kwaden: zich aansluiten bij een opstand, met mogelijk fatale gevolgen, of zich zonder gevecht aan de Assyriërs onderwerpen. ‘Donker en somber is het, nacht overal’, schrijft Jesaja in 8:14. In Jesaja 23b-9:7 wordt die situatie volledig omgedraaid: het volk ziet een schitterend licht, het juk van de buitenlandse heerser wordt verbrijzeld en in plaats van een weifelende koning komt een leider die in elk opzicht kracht en wijsheid uitstraalt.
Jesaja 52 is bijna tweehonderd jaar later geschreven. Inmiddels zijn de Judeeërs alweer tientallen jaren in ballingschap – een ballingschap die werd uitgelegd als straf omdat ze al heel lang niet leefden zoals God dat wil. 
En dan volgt de boodschap dat er een einde komt aan die straf. ‘Troost, troost mijn volk’, zo begint die boodschap (Jesaja 40:1). En in Jesaja 52 lees je dat God eindelijk redding brengt. Heel concreet aan de ene kant – Jeruzalem wordt vrijgekocht en eindelijk weer opgebouwd – en heel geestelijk aan de andere: God keert terug bij zijn volk. 
Beide aspecten – een politiek roerige tijd, buitenlandse overheersers, gebrekkig leiderschap in eigen kring enerzijds, en het gevoel dat God zichzelf al lange tijd op afstand houdt anderzijds – spelen ook op de achtergrond van het kerstverhaal in Lucas 2. Nee, aan de herders in die tijd hoefde niemand uit te leggen waarom een redder nodig was, en wat die zou komen doen. 

In Johannes 1:1-14 lezen we een heel ander soort kerstverhaal, maar één die ook goed aansluit bij de visioenen van de profeten. Ook hier is sprake van een machtsstrijd, in dit geval niet tussen naties, maar tussen licht en donker. En waar de pasgeboren baby in Lucas 2 op het eerste gezicht moeilijk te rijmen is met Jesaja’s aankondiging van een ‘Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst’, passen die titels juist weer uitstekend bij Johannes’ woorden over het mensgeworden Woord, ‘vol van goedheid en waarheid’, ‘de enige Zoon, die zelf God is’ (Johannes 1:14, 18). 

‘En de einden der aarde zien hoe onze God redding brengt’, zo eindigt de tekst uit Jesaja 52. Wat die redding precies inhoudt, daaraan geven Lucas en Johannes verschillende woorden – en wij misschien ook. Maar dat die redding samenhangt met Jezus’ komst naar de aarde, daarover bestaat voor hen geen twijfel. Je moet het alleen willen zien.  

Wil je je nog verder verdiepen in de boodschap van Jesaja? Volg dan het studieleesplan bij het Bijbelboek Jesaja

Lees ook de andere blogs in de serie ‘Wat vieren we met…?’: Stille weekPasenPinksterenHemelvaartdankdag en advent.

Deze blog is geschreven door Anne-Mareike Schol-Wetter. Als hoofd Bijbelgebruik is zij onder andere betrokken bij deBijbel.nl, de kinderdienstmethode Bijbel Basics en de ontwikkeling van nieuwe uitgaven.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons