9 namen van God

Je staat er misschien niet zo vaak bij stil, maar je naam is een van de kenmerken die je je hele leven met je meedraagt en waardoor je een ‘begrip’ bent voor andere mensen. Misschien hebben mensen wel een bijnaam voor je, gebaseerd op je uiterlijk of iets wat je doet. Een naam is veelzeggend; het is hoe je verankerd bent in de taal die de mensen om je heen gebruiken. Zo is het ook met de namen van God. Zowel de namen die Hij voor zichzelf gebruikt als de namen die mensen aan Hem geven, zeggen veel over wie Hij is en wat Hij doet.

Al vrij vroeg in de geschiedenis van het volk Israël vraagt Mozes aan God wat hij moet zeggen als het volk hem vraagt wat de naam van God is. God antwoordt met een naam die even raadselachtig als betekenisvol is: ‘IK ZAL ER ZIJN’. Die naam zegt veel over hoe God gezien wil worden en hij houdt ook een belofte in: God is een God die aanwezig wil zijn.

Hoewel God dicht bij de mensen komt, is Hij ook verheven en almachtig. Die twee kanten komen telkens weer terug, ook als Hij zichzelf naar Abram toe ‘de Ontzagwekkende’ noemt. Dat kan afstandelijk klinken, maar in de verzen die volgen sluit hij juist een persoonlijk verbond met Abram. Ontzagwekkend staat niet gelijk aan afstandelijk.

Helemaal aan het einde van de Bijbel geeft God zichzelf een naam waarin ook zijn antwoord aan Mozes weerklinkt. Hij is een God van het verleden, het heden en de toekomst. Hij is erbij – altijd en overal.

Hoe anderen je noemen, is soms nog veelzeggender dan hoe je jezelf noemt. In de Bijbel wordt God op allerlei manieren beschreven en aangesproken. In Rechters 6 lezen we hoe Gideon God telkens weer om bevestiging vraagt. God heeft geduld met hem, en wanneer Gideon eindelijk overtuigd is uit hij zijn dankbaarheid aan de hand van een altaar. Een altaar voor de God die rust geeft.

Om werkelijk te begrijpen wat David in Psalm 23 bedoelt met het woord ‘herder’, kun je het beste de hele psalm eens erbij pakken. Daar beschrijft hij onder andere hoe God hem leidt, rust geeft, voedt en bewaart.

Onrecht is van alle tijden. In de tijd van Jeremia waren er slechte leiders die Israël de verkeerde kant op stuurden en zich Gods woede op de hals haalden. Toch was en is er tegelijkertijd ook altijd hoop: God is de brenger van gerechtigheid. Hij zal zorgen dat het recht zal zegevieren.

God wordt door velen van ons vooral aangesproken als ‘Vader’. En dat is niet zo vreemd, het was immers Jezus zelf die ons dat geleerd heeft. Ook hier klinkt door dat God heel dichtbij wil komen, en tegelijk hoog en almachtig is; Hij is onze Vader, in de hémel.

Ook Paulus gebruikt het woord ‘Vader’, maar hij voegt daar ‘Abba’ aan toe. Wij zouden ‘papa’ zeggen. Zo mogen we dus leven als kinderen van God, in alle vrijheid en zonder schroom.

Welke naam gebruik jij voor God? Welk beeld zou je voor hem gebruiken? Salomo weet het wel. Voor hem is God een veilige plek, een schuilplaats waar je altijd terecht kunt.