Het licht dat nooit verdwijnt
In de blogserie Op weg met de NBV21 vertellen bekende Bijbellezers uit Nederland en Vlaanderen wat heeft de NBV21 hen te zeggen heeft voor het leven en werk.
Door Marc ten Brink
‘Wat heeft de NBV21 je te zeggen voor je leven en werk?’ Marc ten Brink was een van de Nederlanders en Vlamingen die in oktober de NBV21 kregen aangeboden. Voor hem is de Bijbel het boek dat hem brengt bij de bron van het licht, God zelf.
Het licht dat nooit verdwijnt. Deze woorden komen vaak bij me boven als ik met de Bijbel bezig ben. De Bijbel is voor mij het boek dat me brengt bij de bron van het Licht, God zelf. Met dit Licht is er leven, leven dat eeuwigheidswaarde heeft. Ik vind het een enorm voorrecht dat ik als predikant dit leven mag zien oplichten in mensen, zelfs op momenten dat je het helemaal niet verwacht. Zoals op die begrafenis van een jonge vader die ik nooit meer vergeten zal.
Overwinnend licht
Het fascineert me enorm hoe de eerste woorden van God die we in de Bijbel horen, verbonden blijken met wat we op de laatste bladzijden lezen. De God die sprak: ‘Laat er licht zijn’ is ook de God die samen met het Lam de hemelse stad van de vrede zal verlichten. Eerste Testament en Tweede Testament worden aan elkaar verbonden door Hem die daarin centraal staat en die van zichzelf heeft gezegd: ‘Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft’ (Johannes 12:46
Inspirerend licht
De aanwezigheid van dit licht maakt de Bijbel voor mij tot een grote inspiratiebron. Midden in een duistere wereld en in de donkere dagen van ons leven straalt ons een bijzonder licht tegemoet. Wonderlijk genoeg kan dit ook gebeuren in situaties van diepe dalen en groot verdriet. Ik maakte het mee op de dag van de begrafenis van de jonge vader die ik al noemde. Hij was nog geen veertig jaar geworden en liet zijn vrouw en twee jonge kinderen achter. De oudste ervan, hun dochter van destijds vier jaar oud, mocht ons iets laten zien van dat licht dat nooit verdwijnt. Met haar moeder had ze afgesproken dat ze nog één keer voor haar vader zou dansen zoals ze altijd deed. In het volgende gedicht heb ik dat moment vastgelegd:
Ze danste naast de doodskist van haar vader
slechts vier jaar oud bracht zij haar laatste groet
ze nam de tijd als voorschot op een later
God zag het ook en het was goed.Ze straalde als een engel uit de hemel
met in haar ogen het allermooiste licht
dwars door de sluier van de tranen
liet zij iets zien van Gods gezicht.Ik zie haar nu nog dansen in mijn dromen
dan neemt haar vader haar weer bij de hand
en krijgt hij zijn beloofde kus en knuffel
bij Jezus aan de overkant.
Marc ten Brink
Predikant van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) in ‘t Harde en een van de twee leden van de commissie eredienst die de NGK/GKV vertegenwoordigen inzake Bijbelvertaling.