Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
20 april 2020

Zend uw licht en uw waarheid

‘Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij. 
Vestig je hoop op God, 
eens zal ik hem weer loven, 
mijn God die mij ziet en redt.’ 

Deze woorden uit Psalm 42 en Psalm 43 spelen door mijn hoofd, nu de wereld volop in de greep is van het coronavirus. Vooral dat woord ‘onrustig’, want dat ervaar ik deze dagen misschien wel het meest. Onrustig, door de steeds veranderende situaties waar we op in moeten spelen. Onrustig door de pogingen om beschikbaar te zijn voor mensen, zonder daarbij onvoorzichtig te zijn. Onrustig, doordat ik niet de gewone bevrediging uit mijn werk haal nu alles zo anders dan anders vormgegeven moet worden. Onrustig, doordat de verhalen over mensen die ziek zijn dichtbij komen. Onrustig om wie plotseling zijn inkomen kwijtraakt. Onrustig om de onwennigheid, de eenzaamheid en de onzekerheid die ik om me heen proef. 

‘Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij.’ 

Met weemoed denkt de psalmdichter terug aan het bezoeken van de tempel. ‘Weemoed vervult mijn ziel, nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok nar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend’ (Psalm 42:5). Zelfs de kerkdiensten ontvallen ons, althans in fysieke zin, in deze dagen. Bij de psalmdichter proef je de ballingschap, het verbannen zijn van de plaats die hem dierbaar is en die hem door menselijk kwaad ontnomen is. De nood rond het coronavirus is anders dan de nood in de tijd van de psalmdichter. De tergende stemmen snijden echter ook ons door de ziel. ‘Waar is je God?’ Zelfs binnenin ons klinkt soms die cynische stem: ‘Waarom wijst u mij af?’ 

Er klinken immers zoveel stemmen in deze tijd. Mensen die proberen het coronavirus te duiden en er oorzaken voor aan te wijzen. Sommigen doen dat in religieuze termen. Ze spreken over ‘plagen’, of ‘eindtijd’. Sommigen kijken naar onze samenleving en zeggen: ‘We hadden vertraging nodig, het werd tijd dat we tot staan gebracht werden in onze door- en doldraaiende wereld’. Weer anderen kijken met de wetenschappelijke blik naar de overdracht, mutatie en bestrijding van virussen. 

Zend uw licht en uw waarheid, laten zij mij geleiden en brengen naar uw heilige berg, naar de plaats waar u woont.’ Te midden van alle stemmen in en om mij heen licht er af en toe iets op dat mij rustig maakt. Zoals dit vers uit Psalm 43. Of het vinden van een ritme waarin ik weer ‘kan doen wat moet gedaan’. Acceptatie dat we in deze periode veel los moeten laten. Een herbezinning op wat werkelijk van waarde is. Gesprekken juist ook over die laatste vraag, die nu oppoppen tussen mensen en in de samenleving. ‘Uw licht en uw waarheid’. Dat lijken grote woorden. Toch helpt het, om niet de waan van de dag, maar Gods perspectief op ons leven toe te laten. Dan ervaar ik al hoe de lofzang terugkeert, hoe God die ons ziet en redt mijn ziel weer tot rust brengt. 

Karin van den Broeke 
Voorzitter bestuur Nederlands Bijbelgenootschap

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.9
Volg ons