Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
12 oktober 2023Hetty Lalleman

Heer, ontferm U!

Het is niet de eerste keer dit jaar dat we worden opgeschrikt door beelden van puin en verwoesting. Op dit moment zien we beelden uit Israël en Gaza, in februari waren het beelden van de verwoestende aardbevingen in Turkije en Syrië. En dan zijn er nog overstromingen in India, een aardbeving in Afghanistan... Ik heb het nog niet eens over de oorlog in Oekraïne, die nu al zo’n tijd duurt.

Overweldigend, al dit nieuws. Je voelt je (bijna) schuldig als je zo snel weer overgaat tot de orde van de dag. Tegelijk weten we dat je als mens al dat nieuws niet kunt absorberen – dat kan geen mens aan. Maar bidden kan altijd, en het is een Bijbelse opdracht. Vaak hoor je dan achteraf verhalen van christenen die in een noodsituatie veel hebben betekend voor anderen. Daarmee wil ik niet zeggen dat niet-christenen niet kunnen helpen, integendeel! Maar soms zijn er bijzondere verhalen die laten zien dat er zelfs op de donkerste momenten licht schijnt door iemand die op God vertrouwt. Een voorbeeld uit het verleden is Kate ter Horst, die bij de Slag om Arnhem in 1944 een groot aantal gewonde soldaten in haar huis verzorgde en hun Psalm 91 voorlas. Ze werd ‘de engel van Arnhem’ genoemd.

Bid voor de vrede

Ik denk dat met mij heel veel mensen op dit moment het nieuws volgen over wat er in Israël en Gaza gebeurt. Het is ontzettend verdrietig om zoveel bruut geweld te zien. We denken aan de kinderen daar, aan de mensen die gekidnapt zijn, aan onschuldige burgers aan beide kanten. We zouden wel hard willen roepen: Stop! Stop met al dit geweld!!

In deze dagen komen twee gebeden steeds terug in mijn gedachten: ‘Heer ontferm U...’ en ‘Bid voor de vrede van Jeruzalem’ (Psalm 122:6-7). In de NBV21 staat het zo:

6Vraag om vrede voor Jeruzalem:

‘Dat rust hebben wie van je houden,

7dat vrede heerst binnen je muren

en rust in je vesting.’

Psalmen 122:6-7NBV21Open in de Bijbel

Het feit dat die vraag in deze psalm staat, betekent dat vrede in Jeruzalem niet vanzelfsprekend was. Toen niet en nu nog niet. Het Oude Testament staat vol met verhalen over hoe Israël en Jeruzalem werden bedreigd. De dreiging kwam van andere volken, tegen Israël, maar ook van binnenuit, binnen het verbondsvolk zelf.

Het zijn verhalen over onrecht en leed, dat onschuldige mensen werd aangedaan. Er is niets nieuws onder de zon, helaas. Maar in al die verhalen gaat het ook over mensen die Gods liefde lieten zien. Het zijn verhalen vol hoop, die spreken van vergeving, van een nieuw begin, van de zekere verwachting van een toekomst waarin er echt overal vrede zal zijn.

In de tussentijd bidden we voor de vrede van Jeruzalem en andere plaatsen waar conflicten zijn. Voorbede doen voor de wereld – dat is de unieke taak van de christelijke gemeente.

Een poosje geleden wilde iemand in ons dorp met mij en een ander lid van de kerk praten. Haar vriendin heeft een dochtertje van drie jaar dat kanker heeft. Ze zei: ‘Ik geef dit aan jullie door, zodat jullie ervoor kunnen bidden. Want dat doet de kerk toch, of niet? Dan ben ik toch aan het juiste adres?’ Inderdaad, bij alle praktische en financiële hulp in noodsituaties hoort ook het gebed. Ook daarvoor is de gemeente van Christus op aarde.

‘Bid om vrede voor Jeruzalem...’. Ik voeg daar in gedachten bij: en voor dat hele gebied. En mogen er dan engelen zijn – zichtbare en onzichtbare - die licht laten schijnen in de duisternis van geweld en oorlog.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons