Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 januari 1983

Groot Nieuws Bijbel in West-Europa

dr. J. de Waard

Na de Good News Bible (1976), Die Bibel im heutigem Deutsch (mit den Spätschriften des Alten Testaments) (1982) en La Bible en français courant (1982) is de Bijbel nu ook in de Nederlandse omgangstaal beschikbaar. Soortgelijke vertalingen in het Italiaans, Grieks en Portugees zullen weldra volgen.

In al deze vertalingen gaat het om de toepassing van het principe van de zogenaamde ‘dynamische equivalentie’, of – om een betere term te gebruiken – ‘functionele equivalentie’.

Dit principe kan in het kort als volgt worden samengevat: Een zender in de uitgangstaal (in het geval van de Bijbel dus Hebreeuws, Aramees en Grieks) doet een bepaald informatieaanbod in de vorm van een tekst die tot een bepaalde tekstsoort en tot een bepaald teksttype behoort. Hierdoor komt een communicatie-gebeuren tot stand waarin de ontvanger van dit aanbod in dezelfde taal op de geboden tekst reageert.

In het vertaalproces wordt nu zo’n ontvanger tegelijkertijd zender in de ontvangende taal en hij doet in die taal een informatieaanbod aan ontvangers in die taal. De informatie wordt opnieuw vervat in een tekst die tot een bepaalde tekstsoort en een teksttype van de ontvangende taal behoort en die een communicatie-gebeuren bewerkstelligt waarin de ontvanger op de vertaaltekst reageert. Daarbij moet echter bedacht worden dat het coördinaten systeem van tijd en plaats niet hetzelfde is voor- zender en ontvanger, of – in het geval van de vertaler – de ontvanger-zender.
Hetzelfde geldt voor de situationele context en voor de culturele context gezien de vaak belangrijke verschillen tussen bron- en ontvangende cultuur.

In het vertaalproces wordt nu zo’n ontvanger tegelijkertijd zender in de ontvangende taal en hij doet in die taal een informatieaanbod aan ontvangers in die taal. De informatie wordt opnieuw vervat in een tekst die tot een bepaalde tekstsoort en een teksttype van de ontvangende taal behoort en die een communicatie-gebeuren bewerkstelligt waarin de ontvanger op de vertaaltekst reageert. Daarbij moet echter bedacht worden dat het coördinaten systeem van tijd en plaats niet hetzelfde is voor- zender en ontvanger, of – in het geval van de vertaler – de ontvanger-zender.
Hetzelfde geldt voor de situationele context en voor de culturele context gezien de vaak belangrijke verschillen tussen bron- en ontvangende cultuur.

Zoals gezegd behoort een tekst tot een bepaalde tekstsoort. Voorbeelden van tekstsoorten zijn o.a. keukenrecepten, overlijdensberichten enz. Het keukenrecept kan zelfs in de Bijbelvertaling van belang zijn. Mijns inziens bevat Ezechiël 24:3-5 een recept van wat men ‘Jeruzalemmer soep’ zou kunnen noemen en de vertaling in omgangstaal heeft er goed aan gedaan deze tekst in de vorm van een kookrecept weer te geven.

Men kan echter ‘tekstsoort’. Ook ruimer definiëren zonder literaire teksten uit te sluiten. In dat geval kunnen de zogenaamde ‘literaire genres’ als tekstsoorten worde beschouwd.

Teksttype

Bij teksttype gaat het daarentegen om de communicatie-functie van de tekst. Zo ligt b.v. bij het informatieve teksttype de nadruk volledig op het mededelen van bepaalde informaties zoals in het merendeel van de paulinische brieven. Een directe, duidelijke vertaling van zulke teksten in proza is een vereiste.

Maar bij het expressieve teksttype ligt het accent op de – vaak poëtische – vorm van de tekst en daarmee op het scheppende handelen van de auteur. De vertaling dient zich hier met de auteur te vereenzelvigen en een overeenkomstige (niet identieke!) poëtische vorm in de ontvangende taal te kiezen. Met name in de Psalmen en in de dichterlijke boeken: van het oude testament is dit van belang.

Tenslotte, bij de gebiedende functie van de taal, in het ‘operatieve’ teksttype, wordt de aandacht verschoven naar het gedrag van de ontvanger en hier dient de vertaling zich het sterkst aan de ontvangende cultuur aan te passen om een identieke reactie van de hedendaagse lezer van een vertaling op te kunnen wekken. Dit teksttype is natuurlijk het sterkste vertegenwoordigd in passages van vermanende aard.

Zo wordt in al deze vertalingen gezocht naar functionele equivalenten in de eigen taal. Het ‘eigene’ heeft daarbij zozeer de nadruk dat de verschillende vertalingen nauwelijks met elkaar vergeleken kunnen worden waar het om de uiteindelijke tekstvorm gaat. Natuurlijk heeft men van nieuwe en betere inzichten, met name van de Duitse en Franse vertalingen waar het de Nederlandse betreft (de Engelse vertaling heeft geen rol van betekenis gespeeld), kunnen profiteren. Maar van klakkeloos kopiëren van andere vertalingen is geen enkele sprake.

Voorbeelden

In het kort bestek van dit artikel kunnen slechts enkele voorbeelden van een dergelijke functionele equivalentie gegeven worden. Op het woordvlak valt vooral aan bepaalde idiomatische uitdrukkingen te denken.
Een Nederlandse uitdrukking zoals ‘iemand het gras voor de voeten wegmaaien’ (of Zuidnederlands: ‘van onder de voeten’) betekent ‘Iemand met iets voor zijn’. De betekenis van de totale uitdrukking is dus niet gelijk aan de som van de betekenissen van de woorden die de uitdrukking vormen.

In het Frans kan men praktisch woordelijk vertalen: ‘couper l’herbe sous les pieds de quelqu’un’, maar in andere talen is dat lang niet altijd mogelijk.
Idiomatische gezegden in een taal dienen doorgaans met andere idiomatische gezegden in een andere taal weergegeven te worden, of, waar zulke functioneel-equivalente uitdrukkingen ontbreken, moet men eenvoudig met het weergeven van de betekenis volstaan.

Waar bijvoorbeeld de NBG-Vertaling 1951 Griekse idiomen letterlijk weergeeft zoals in 1 Petrus 1:13: ‘omgordt dus de lendenen van uw verstand’, vertaalt de Groot Nieuws Bijbel, bij het ontbreken van een functioneel-equivalent idioom: ‘zorg dus dat u gereed staat ‘. En waar de Vertaling 1951 een Hebreeuwse uitdrukking als ‘reinheid van tanden’ (Amos 4:6) woordelijk zo weergeeft, daar geeft de Groot Nieuws Bijbel de lezer de zin: ‘Ik liet jullie honger lijden, in geen van jullie steden was voedsel’.

In een vertaling van het communicatieve type is zo’n weergave noodzakelijk. Trouwens, reeds de eerste Griekse vertaler van het oude testament zag de noodzaak daarvan in, maar aangezien hij de betekenis van het Hebreeuwse idioom niet verstond, raadde hij ernaar en vertaalde met ‘kiespijn’ in plaats van met ‘honger’!

Ook een letterlijke weergave van een Hebreeuws idioom zoals dat in de Vertaling 1951 van Numeri 12:8 gevonden wordt: ‘van mond tot mond spreek ik tegen hem … rechtstreeks’. Met name sommige Hebreeuwse idiomen vinden hun oorsprong in bepaalde culturele gebruiken zonder dat men altijd met zekerheid zeggen kan of zulke gebruiken nog gangbaar waren. Dit is b.v. het geval-in Psalm 60:10: ‘op Edom werp ik mijn schoen! blijft: ‘op Edom zet ik mijn voeten!. De Duitse en Franse vertalingen in de omgangstaal verklaren hier het idioom in de vertaling, de eerste door de weergave:

Auf Edom werfe ich meinen Schuh um mein Besitzrecht anzuzeigen,

de tweede door de vertaling:

J’ai des droits sur Edom, j’y jette ma sandale.

Daar het om een tekst van het expressieve type gaat, waarbij de vertaler zich sterk met de auteur dient te vereenzelvigen, is er veel te zeggen voor het behoud van de oorspronkelijke figuur en voor de toevoeging van de betekenis, een zogenaamde dubbele vertaling. Anderzijds heeft de Groot Nieuws Bijbel het voordeel van grotere directheid. Het aanbrengen van een culturele voetnoot zou zeker te overwegen zijn, maar helaas ontbreken voetnoten in de eerste uitgave van deze vertaling. In scherpe tegenstelling tot de Engelse vertaling, die vele oorspronkelijke metaforen oplost, hebben de Duitse, Franse en Nederlandse vertalers getracht de beelden te bewaren of wel zinvol te bewerken. In het geval van leenmetaforen is dit natuurlijk betrekkelijk gemakkelijk, hoewel ook hier een Nederlandse aanpassing soms vereist is. Zo wordt ‘Gaat heen en zegt dien vos’ (Lucas 13:22; Vertaling 1951) tot: ‘Ga die oude vos zeggen’ overeenkomstig het. Nederlands taalgebruik (vergelijk de soortgelijke aanpassing in het Frans: ‘Allez dire à cette espèce de renard’).

Vaak wordt op gelukkige wijze een andere metafoor ingevoerd die in hetzelfde semantische veld ligt. In Jesaja 47:5 b.v. worden de metaforen ‘jongvrouw, dochter van Babel’ zinvol weergegeven door het Nederlandse beeld ‘stedemaagd van Babel’. Natuurlijk zijn er ook beelden die op geen enkele wijze te handhaven zijn, zoals de ‘beker’ metafoor in Psalm 16:5: ‘O Here, mijn erfdeel en mijn beker’ (Vertaling 1951). Hier kan alleen de betekenis worden weergegeven: ‘U, Heer, bent al wat ik heb! (Groot Nieuws Bijbel), ‘Seigneur, toi qui es la chance de ma vie’ (Français Courant), of dynamisch toegespitst: ‘Herr, was ich brauche, du teilst es mir zu’ (Gute Nachricht Bibel).

Lange zinnen

Ook op syntactisch gebied is het soms nodig om equivalenten te zoeken. Een voorbeeld van zo’n noodzakelijke herstructurering is te vinden in Spreuken 2. Syntactisch gesproken bestaat het hele hoofdstuk van 22 verzen in het Hebreeuws uit één zin met één voorzin en twee nazinnen. Zelfs oudere vertalingen hebben de Hebreeuwse zinsstructuur niet slaafs geïmiteerd. Segond gebruikt in zijn: vertaling vier zinnen, de Vertaling 1951 en de Dhorme zelfs zes. De Groot Nieuws Bijbel daarentegen heeft zestien zinnen in het Nederlands, te vergelijken met de zeventien zinnen van de Français Courant. In deze nieuwe vertalingen worden de signalen van de Hebreeuwse tekst wel gevolgd. Waar in het Nederlands een nieuwe zin begint, is in het Hebreeuws een conjunctie te vinden die de verschillende geledingen van de zin markeert.

Het genoemde voorbeeld uit Spreuken is een zeer bijzonder geval van het samenvallen van een zin en een gehele rede-eenheid. Ook de grotere rede-eenheden zijn in dit nieuwe type vertalingen grondiger dan ooit te voren naar hun structuur geanalyseerd en daarom op objectievere wijze afgegrensd.

De zogenaamde ‘kopjes’ of opschriften zijn dan ook niet op willekeurige wijze aangebracht. Zo geven de opschriften boven Amos 5:1 en Amos 5:18 in de Groot Nieuws Bijbel terecht aan dat Amos 5:1-17 als een retorische eenheid beschouwd moet worden.

Ondanks de typografie en het werken met wit wordt het echter niet duidelijk dat deze hele rede-eenheid de vorm van een chiasme heeft, een verbinding van paragrafen in tegengestelde orde. In feite corresponderen de eerste drie verzen met de laatste twee, de verzen 4-6 met de verzen 14-15, vers 7 met verzen 10-13, vers 8 a,b,c met vers 9, terwijl het middelpunt van de gehele constructie in vers 8 d gevonden wordt: ‘Heer is zijn naam’.
Bij het zetten in één kolom kan zo’n structuur typografisch (door het regelmatig inspringen en terugspringen) ‘verduidelijkt worden. Bij het zetten in twee kolommen moet men de afzonderlijke eenheden haast met een letter identificeren, zoals dit in de Duitse vertaling is gedaan (ABCDCBA): eerst dan worden de samenhangen de lezer duidelijk.

Micha

In een functioneel-equivalente vertaling dienen alle factoren die in het oorspronkelijke communicatie-gebeuren een rol speelden, de huidige lezer duidelijk te zijn. Wanneer aan een tekst de klassieke vraag gesteld wordt: ‘Wie spreekt tot wie over wie of wat, wanneer, waar en onder welke omstandigheden?’, dan moet de lezer van vandaag, voor zo- ver dit mogelijk is, antwoord ontvangen.

Wanneer hij echter deze vraag aan de tekst van Micha stelt, dan krijgt hij in de meeste moderne vertalingen geen antwoord, omdat in de Hebreeuwse tekst de deelnemers in het communicatieproces niet verduidelijkt zijn. Daardoor blijft de tekst van Micha volkomen onbegrijpelijk en moet de huidige lezer, geconfronteerd met het gebrek aan samenhang, wel aannemen dat de auteur bij voortduring zichzelf tegenspreekt. Om maar te zwijgen van theologische consequenties die men daaruit zou moeten trekken.

In de nieuwe Duitse en Nederlandse vertalingen wordt – voor het eerst in de geschiedenis van de Bijbelvertaling – het boek Micha een begrijpelijk boek.

Voor het eerst wordt deze tekst opgevat en weergegeven als een voortdurende polemiek tussen Gods profeet en valse profeten. Als in een toneelstuk worden de rollen weergegeven.

Het kan even pijnlijk zijn wanneer men ontdekt dat vertrouwde heilprofetieën zoals Micha 2:12 en Micha 4 nu door valse profeten worden gesproken. Het gaat om het oudste voorbeeld van een manipulatie van het Woord van God. Eerst nu wordt duidelijk dat Micha 4:9 en 10 niet van één en dezelfde spreker stammen, iets wat het wetenschappelijk onderzoek reeds in het begin van deze eeuw geconstateerd had. (Zie ook pagina 15).

Beslissingen

Vanzelfsprekend zijn hier beslissingen genomen die exegetisch verantwoord zijn. Een enkele maal zijn beslissingen genomen met een bepaalde graad van waarschijnlijkheid en soms heeft men eenvoudig het risico van een verkeerde beslissing moeten nemen. In een functioneel -equivalente vertaling heeft men geen keus. Een enkele fout moet verkozen worden boven het onaanvaardbare risico dat een geheel boek ofwel gesloten blijft ofwel verkeerd wordt verstaan.

Wie Today’s English Version en de Groot Nieuws Bijbel met elkaar vergelijkt, staat versteld van de snelle ontwikkelingen op het gebied van de vertaalkunde in de laatste vijf tot zes jaar. Het meeste leert men altijd van de fouten van zijn voorgangers. Ook de komende generaties vertalers zullen het meeste leren van de fouten in de Groot Nieuws Bijbel. Alleen al deze gedachte stemt tot bescheidenheid.

Bronvermelding

J. de Waard, ‘Groot Nieuws Bijbel in West-Europa’ in: Met Andere Woorden 2/1 (1983), 3-6.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons