Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
15 oktober 2022

Geen vrede zonder recht

De waarschuwing van de profeten

Matthijs de Jong

In dit artikel onderzoekt Matthijs de Jong op welke manier de boodschap van de Bijbelse profeten relevant is voor vragen in onze tijd rond milieu, klimaat en uitputting van de aarde. Deze studie vormt een inleiding bij het webinar over de profeten in de serie ‘Hoe groen is de Bijbel?’

Waarom de profeten?

Wat hebben de Bijbelse profeten ons te zeggen over milieu en klimaat? Op het eerste gezicht niet veel. De vragen die ons bezighouden speelden niet voor hen. Uitputting en opwarming van de aarde, grootschalige vervuiling, massaal uitstervende diersoorten – de problemen die nu de agenda bepalen waren toen simpelweg niet aan de orde.

Toch zijn er goede redenen om ook vandaag te luisteren naar de Bijbelse profeten. Ik noem er twee.

Allereerst: de huidige crisis is niet alleen een klimaatcrisis. Het is ook een morele en geestelijke crisis. Al decennialang doet het welvarende deel van de mensheid niet wat nodig is om de crisis te bezweren. Door te blijven kiezen voor de korte termijn maken we de situatie eerder erger dan beter. Je kunt je dus afvragen of het wel echt doordringt wat er op het spel staat. Precies dát willen de profeten het volk Israël duidelijk maken: wat er op het spel staat. Dat alles wat je hebt of meent te hebben verloren kan gaan. En dat het daarom van het grootste belang is dat we individueel en collectief onze situatie en ons gedrag eerlijk onder ogen zien. Zoals de profeten Israël wakker schudden, zo is er ook reden om mensen vandaag wakker te schudden.

En er is, denk ik, nog een tweede overeenkomst. De Bijbelse profeten stellen sociale misstanden aan de kaak. Zij zien uitbuiting en oneerlijke zelfverrijking als een gif dat de bodem doortrekt. Hier ligt een parallel met onze tijd. Het wordt breed erkend dat de klimaatproblemen verweven zijn met wereldwijde economische onrechtvaardigheid. Paus Franciscus benadrukt dit verband in zijn encycliek Laudato si’ uit 2015: de noodkreet van de aarde en de noodkreet van de armen klinken tezamen en we moeten onze oren voor beide openen. Zonder recht geen vrede!

Ik ga in deze studie daarom nader in op de boodschap van de Bijbelse profeten. En ik doe dat in gesprek met het boek Hoe handel ik eerlijk, geschreven door Matthias Olthaar en Paul Schenderling (Skandalon 2021).

Aanklacht tegen sociaal onrecht

Met name Jesaja, Amos en Micha klagen de heersende klasse aan. Ze stellen het onrecht scherp aan de kaak. Ik begin met enkele typerende passages, geciteerd uit de NBV21: 

Zesvoudig wee over de onrechtvaardigen

8Wee degenen die zich huis na huis toe-eigenen,

die akker na akker samenvoegen,

tot er voor niemand meer ruimte is

en zij alleen het land bewonen.

Jesaja 5:8NBV21Open in de Bijbel

20Wee degenen die het kwade goed noemen

en het goede kwaad,

die het licht tot duisternis maken

en het duister tot licht,

die van zoet bitter maken

en van bitter zoet.

Jesaja 5:20NBV21Open in de Bijbel

1Wee degenen die onrechtvaardige wetten uitvaardigen,

die de onderdrukking wettelijk bekrachtigen.

2Zij verdraaien het recht van de zwakken

en ontnemen de armen van mijn volk hun deel.

Weduwen worden door hen beroofd, wezen uitgebuit.

Jesaja 10:1-2NBV21Open in de Bijbel

7Want jullie veranderen het recht in alsem en vertrappen de gerechtigheid.

Amos 5:7NBV21Open in de Bijbel

10Jullie haten hen die in de poort het recht verdedigen, jullie verafschuwen hen die de waarheid spreken. 11Jullie vertrappen de zwakken en eisen een deel van hun graan op. Daarom: huizen van steen hebben jullie gebouwd, maar je zult er niet in wonen; prachtige wijngaarden hebben jullie geplant, maar je zult er geen wijn van drinken. 12Want ik weet hoe talrijk jullie misdaden zijn, hoe groot jullie zonden: jullie keren je tegen de onschuldigen, jullie nemen steekpenningen aan, jullie onthouden de armen in de poort hun recht.

Amos 5:10-12NBV21Open in de Bijbel

4Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. 5Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie denken te spelen als David zelf. 6Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet.

Amos 6:4-6NBV21Open in de Bijbel

4Jullie die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, luister! 5Jullie zeggen: ‘Wanneer is de dag van de nieuwemaan voorbij, zodat we weer koren kunnen verkopen? Wanneer de sabbat, zodat we weer graan kunnen verhandelen?’ Jullie maken de efa kleiner, jullie maken de sjekel zwaarder en jullie knoeien met de weegschaal. 6Jullie kopen de zwakken voor een handvol zilver, de armen voor een paar sandalen, en jullie zeggen: ‘Ook het kaf verkopen we als graan!’

Amos 8:4-6NBV21Open in de Bijbel

1Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht. 2Willen ze een veld? Ze roven het! Willen ze een huis? Ze nemen het! Ze maken zich meester van huizen en hun bezitters, van mensen en hun eigendom.

Micha 2:1-2NBV21Open in de Bijbel

9Jullie verdrijven de vrouwen van mijn volk uit de huizen waarin zij gelukkig zijn. Jullie ontnemen hun kinderen voor altijd de luister waarmee Ik hen heb bekleed. 10Sta op, ga weg, hier zul je geen rust vinden. Dit land is onrein, het brengt bederf en vreselijke vernietiging. 11Als iemand wind en valse leugens verspreidde en profeteerde: ‘Ik zie voor jullie wijn en bier,’ dan zou hij voor dit volk de ware profeet zijn!

Micha 2:9-11NBV21Open in de Bijbel

1En ik zei: Hoor toch, leiders van Jakob, hoor, heersers van het volk van Israël! Jullie moeten het recht toch kennen? 2Maar jullie haten het goede en houden van het kwaad. Jullie stropen mijn volk de huid af en rukken het vlees van hun botten.

Micha 3:1-2NBV21Open in de Bijbel

9Hoor toch wat volgt, leiders van het volk van Jakob en heersers van het volk van Israël, jullie die de gerechtigheid verafschuwen en al wat recht is krom maken, 10die Sion bouwen op bloed en Jeruzalem op onrecht. 11De leiders spreken er recht in ruil voor geschenken, de priesters geven onderricht tegen betaling, de profeten voorspellen voor geld, terwijl ze zich op de HEER beroepen en zeggen: ‘De HEER is toch in ons midden? Ons zal geen onheil treffen.’ 12Daarom, door jullie toedoen, zal de Sion als een akker worden omgeploegd, zal Jeruzalem een ruïne worden en de tempelberg een overwoekerde heuvel.

Micha 3:9-12NBV21Open in de Bijbel

Reconstructie van de situatie

De profeten leggen niet uit wat er nou precies aan de hand was. Dat was niet nodig want hun tijdgenoten begrepen het maar al te goed. Voor ons is dat een probleem: wij kennen de omstandigheden niet waarop de kritiek reageert. Daarom hier een reconstructie, gebaseerd op recent historisch onderzoek. De profeten reageren met hun kritiek op grootschalige landonteigening die in hun tijd plaatsvond. De profeten beschouwden het als landroof en verzette zich daar fel tegen. Het gebeurde in de koningentijd, globaal tussen de negende en zevende eeuw voor Christus.

In een notendop was dit het proces: De macht van de centrale politieke staat nam zienderogen toe, en daarmee ook de belasting voor de boeren. De koning en de heersende elite eiste belasting op om de hofhouding te bekostigen, het staatsapparaat, het leger, en om buitenlandse handel te kunnen bedrijven. Om meer surplus (overschot) te creëren moesten boeren omschakelen op een grootschaliger productie van graan, olijven en druiven. Tot dan toe draaide het traditionele boerenleven om diversiteit – naast graan, olijven en druiven verbouwde men ook groenten en vruchten en hield men dieren. Alles kleinschalig en grotendeels zelfvoorzienend. Nu kwam de landbouw in een stroomversnelling van grootschaliger en eenzijdiger productie en technische innovatie.

Kijk je vanuit de koning en de elite (zo’n 2% van de bevolking in die tijd) en vanuit het politieke belang van de staat, dan kun je spreken van een bloeitijd. De koninkrijken Israël en Juda werden opgenomen in de vaart der volkeren. De buitenlandse handel floreerde. De elite profiteerde. De steden werden groter en machtiger.

Kijk je echter naar de kleine boerenfamilies dan voltrekt zich een stille ramp. De traditionele landbouw kon slechte jaren opvangen, maar de gedwongen overgang naar belastbare gewassen bracht grote risico’s mee. In slechte jaren kon men nauwelijks overleven, laat staan voldoen aan de belastingverplichtingen. Dit leidde tot belastingschuld en vervolgens tot grondverlies. Boeren werden dagloners, families in dorpen verarmden, de machtige klasse rond de koning veranderde in grootgrondbezitters, familiegrond veranderde in kroondomeinen. Terwijl de plaatselijke boerengemeenschappen geleid door hun oudsten traditioneel hun eigen zaken behartigden, kwam het land en de macht nu in handen van een stedelijke elite op afstand. Ver van hun landerijen besloten zij over het lot van de arme bevolkingsgroepen.

In het noordelijke koninkrijk Israël begon dit proces in de negende eeuw en kwam het tot zijn hoogtepunt in de achtste eeuw. Dat was de tijd waarin Amos optrad. In de tweede helft van de achtste eeuw kwam Israël in de macht van het Assyrische rijk. Dat versterkte het hier beschreven proces. Meer internationalisering, meer handel, en door het tribuut (belasting) dat Assyrië eiste, kwam er nog meer belastingdruk op de boeren en daarmee nog meer risico om in een slecht oogstjaar alles kwijt te raken. Het zuidelijke Juda liep in deze ontwikkelingen ongeveer een eeuw achter op Israël.

In Juda begon het in de achtste eeuw, met een hoogtepunt in de zevende. In essentie voltrok zich hier hetzelfde proces. Het succes van de staat werd betaald door de boeren, zíj droegen het risico van de landbouwomschakeling. Ook hier vond landonteigening plaats en ontstond een toenemende kloof tussen arm en rijk.

Kritiek van de profeten

De profeten verzetten zich fel tegen deze landroof. Omdat die oneerlijk en onrechtmatig was. En ook nog om een andere reden. Anders dan nu was het land toen geen vanzelfsprekend verhandelbaar goed. Het land gold als Gods eigendom (Leviticus 25:23). Hij had het de stammen en families van Israël in bezit gegeven. In bruikleen, want God bleef eigenaar. Idealiter zou iedere familie van zijn land moeten kunnen leven. In geval van nood zou het land tijdelijk van bezitter mogen veranderen, maar niet definitief. Of dit ideaal volledig in praktijk werd gebracht is onzeker. In elk geval werd het in de hier beschreven periode overruled door een kille economische wet: belastingschuld betekent landverlies. Het is volgens de regels, zei de elite. Nee, zeiden de profeten, jullie hebben de regels vervalst, dit is simpelweg het recht van de sterkste. ‘Het ligt in hun macht’ zegt Micha (2:1-2).

Als je de hierboven geciteerde teksten nogmaals leest met deze reconstructie in je achterhoofd, zie je dat de profeten fulmineren tegen het onrecht en het fraaie verhaal van de elite ontmaskeren. En bedenk: het is niet alleen het verhaal van de toenmalige rijken. Ook vandaag nog geldt deze periode als ‘bloeitijd’ van Israël en Juda: groei, ontwikkeling, politieke staten die meetelden. De profeten wijzen op de keerzijde van die groei. Hun punt is niet dat groei verkeerd is of dat armen sowieso beter zijn dan rijken. Hun punt is dat bij de nieuwe ontwikkelingen Gods eis van recht en gerechtigheid met voeten wordt getreden.

Eén nuancering bij het bovenstaande verhaal. We hebben de sociale kritiek van de profeten uitgelicht, maar die kritiek stond niet op zichzelf. We moeten ons de profeten niet voorstellen als marxisten avant la lettre. Hun sociale kritiek was verweven met religieuze kritiek en ook met politieke kritiek.  

Publicatie: Hoe handel ik eerlijk

De publicatie Hoe handel ik eerlijk door Mathias Olthaar en Paul Schenderling uit 2021 gebruikt de profetische teksten en de situatie van toen (zoals hierboven uiteengezet) als een spiegel voor wat er vandaag op een wereldwijde schaal plaatsvindt. Dat is volgens de auteurs in de kern hetzelfde proces alleen nu op een oneindig veel grotere schaal. Natuurlijk valt er iets op die stelling af te dingen omdat de omstandigheden toen en nu compleet verschillend zijn. Toch tonen de auteurs overtuigend aan dat er een paar principiële overeenkomsten zijn:

  1. 1.De risico’s en bijkomende schade van groei, schaalvergroting en vooruitgang worden niet evenredig verdeeld maar worden zoveel mogelijk bij de armen gelegd.
  2. 2.Achter wat op papier goed geregeld lijkt, gaan misstanden schuil, die toegedekt worden. De zaak wordt anders voorgesteld dan die is.
  3. 3.De fysieke afstand tussen rijk en arm maakt de uitbuiting onpersoonlijk en onttrekt alles aan het zicht.
  4. 4.Wie aan de gunstige kant staat neemt de situatie voor vanzelfsprekend aan: het is heel moeilijk om de ogen van de rijken te open voor het onrecht waaraan ze bijdragen.

In het webinar over de profeten (op 25 oktober 2022) zal Paul Schenderling hier meer over vertellen.

Samenhang van moraal en natuur

De kritiek van de profeten op sociale misstanden van hun tijd is nog steeds actueel. Maar hebben de profeten daarnaast ook iets te zeggen over de natuur dat voor vandaag relevant is?

De moderne ecologie leert ons oog te krijgen voor het onderlinge verband dat er is tussen alle vormen van leven, waaronder de mens, en hun natuurlijke leefomgeving, de wereld van de natuur. Daarin hangt alles met alles samen. Met het verstoren van ecosystemen zal de mens dan vroeg of laat ook zijn eigen habitat te gronde richten. Dat is de ecologisch wijsheid van vandaag.

Ook de Bijbelse profeten gaan uit van een samenhangend geheel, maar bij hen ziet dat er anders uit. Het draait om de drievoudige relatie tussen God, de mens en de natuur. De samenhang die de profeten zien is die tussen moreel juist gedrag en het floreren van het land. Bij moreel goed gedrag is het land vruchtbaar en is het leven goed. Terwijl rechtsverkrachting, uitbuiting en verdrukking leiden tot droogte, teloorgang en vernietiging van het land. Die samenhang komen we overal in het Oude Testament tegen.

Maar de profeten gaan nog een stap verder met hun doembeelden en schetsen hoe de natuurlijke crisis overgaat in een kosmische crisis: ont-schepping, terugkeer naar een onleefbare wereld. Wat resteert is de jammerklacht van de aarde om wat de mensen hebben aangericht.

9Het land verdroogt en verdort,

de Libanon is onteerd en verwelkt;

de Saron is een wildernis geworden,

Basan en de Karmel zijn kaalgeslagen.

Jesaja 33:9NBV21Open in de Bijbel

3Daarom is het land in rouw gedompeld en bezwijken al zijn inwoners, mét de dieren van het veld en de vogels van de hemel; zelfs de vissen in de zee sterven uit.

Hosea 4:3NBV21Open in de Bijbel

28Hierom zal de aarde rouwen,

de hemel boven zal in zwart gedompeld zijn,

omdat Ik gesproken heb en dit besloten heb.

Ik volhard in mijn besluit, Ik kom er niet op terug.’

Jeremia 4:28NBV21Open in de Bijbel

4Hoe lang nog zal de aarde treuren,

het gewas op het land verdorren?

Het vee en de vogels komen om

door de wandaden van haar bewoners,

die denken: Hij voorziet niet hoe ons einde zal zijn.’

Jeremia 12:4NBV21Open in de Bijbel

10Talloze herders hebben mijn wijngaard vernield,

mijn akker laten vertrappen.

Ze hebben mijn prachtige akker

tot een troosteloze woestenij gemaakt.

11Hij is een wildernis geworden,

dor en verlaten ligt hij erbij.

Heel het land is verwilderd,

want niemand bekommert zich erom.

Jeremia 12:10-11NBV21Open in de Bijbel

Als de menselijke habitat verwoest wordt als gevolg van onrecht en geweld, krijgt de wildernis vrij spel. In de ruïnes van wat ooit de stad was huizen nu jakhalzen. Het zijn in het Oude Testament twee werelden die elkaar uitsluiten. Enerzijds het beloofde land, vruchtbaar en veilig, anderzijds de woestenij waarin geen mens kan leven. Bedenk daarbij: het moderne ecologische inzicht dat we de woestenij juist moeten beschermen als integraal deel van het leven op onze planeet, was (begrijpelijkerwijs) totaal vreemd aan de Bijbelse tijd. Toch heeft de woestenij een plek in de beelden van de profeten. Hoe woest en onherbergzaam en onleefbaar die wildernis ook is voor de mens, ze is met God verbonden. Als de mensen het laten afweten, nemen de wilde dieren het over. Gods wereld is groter dan die van de mens. Dat is een Bijbelse wijsheid om in gedachten te houden.

Kosmische orde

De profetische aanklachten verwijzen naar een door God ingestelde orde uit. Die orde houdt in dat iedereen – volken, maar ook individuen, dieren, natuurkrachten – zich moeten houden aan de door God gestelde grenzen. Kosmische grenzen, natuurlijke grenzen en morele grenzen: samen vormden die de orde die zorgt voor een staat van harmonie of vreedzame co-existentie. Er wordt naar die orde verwezen in Jeremia 8:7:

7De ooievaar aan de hemel,

de tortelduif en de gierzwaluw

kennen de tijd van hun trek,

maar mijn volk kent niet de orde van de HEER.

Jeremia 8:7NBV21Open in de Bijbel

De meest uitgebreide passage over die orde vinden we in Jesaja 24:3-6:

3De aarde wordt geheel verwoest

en volkomen leeggeplunderd

– want de HEER heeft aldus gesproken.

4De aarde treurt en verwelkt,

de wereld verwelkt en kwijnt weg.

Ook de groten der aarde kwijnen weg.

5De aarde is door haar bewoners ontheiligd:

zij hebben de voorschriften overtreden,

zijn aan de wetten voorbijgegaan

en hebben het eeuwig verbond verbroken.

6Daarom verslindt een vloek de aarde

en moeten haar bewoners boeten;

daarom wordt hun aantal zo klein

en blijven er nog weinig mensen over.

Jesaja 24:3-6NBV21Open in de Bijbel

Gods orde wordt hier aangeduid als het eeuwig verbond (je denkt dan ook al snel aan Genesis 9:9-17, waar God spreekt van een eeuwig verbond met de aarde). Het beeld van een kosmische orde die al het leven in stand houdt, was al een oude gedachte. We komen die tegen in de Bijbel, maar ook  daarbuiten in de omringende culturen. Daarbij valt één ding op. Over het algemeen geloofde men dat de orde-der-dingen door rituelen in stand werd gehouden. Dat zie je terug bij de grote beschavingen van Egypte en Mesopotamië. De tempel was de beslissende plaats omdat daar de rituelen voltrokken werden. De Bijbelse profeten vertellen een ander verhaal. Niet rituelen en offers vormen de sleutel, maar recht en gerechtigheid. Ethisch gedrag houdt de wereld in stand. Zie bijvoorbeeld in Jesaja 33:15-16:

15Wie rechtvaardig leeft en de waarheid spreekt,

wie woekerwinst door afpersing weigert,

wie aangeboden steekpenningen afwijst,

wie niet wil toehoren als een moord wordt beraamd,

wie niet kan aanzien hoe het kwaad geschiedt –

16hij zal hoog hierboven wonen,

veilig in de onneembare rotsburcht;

in zijn brood wordt voorzien,

aan water heeft hij geen gebrek.

Jesaja 33:15-16NBV21Open in de Bijbel

Het land speelt dus een grote rol bij de profeten als een barometer van het morele leven: het land gedijt op recht en gerechtigheid en treurt en verwelkt onder sociale misstanden.

Natuur als productiefactor

Daarmee dacht ik dat ik er wel was, maar Paul Schenderling wees me erop dat ik het belangrijkste nog was vergeten. Als de profeten érgens oog voor hebben dan is het voor het land als productiefactor. De natuur als productiefactor wordt in het Oude Testament benoemd met het woord sadee, veld, akker. Het veld/de akker brengt alle materialen en voedingsstoffen voort die mensen nodig hebben. Naast bewerkbare grond is er als tweede productiefactor: arbeid. Die twee samen vormen de basis voor de economie. En het opvallende is, dat die twee in samenhang worden genoemd bij de profeten. In Jesaja 5:8 en Micha 2:1-2 worden zowel ‘huis’ (beet) als ‘veld’ (sadee) genoemd. Het ‘huis’, het fysieke onderkomen, staat symbool voor arbeid. Niet allen is het huis verreweg het meest arbeidsintensieve product dat er bestaat, maar ook verwijst het naar de mensen die er wonen, de familie. Het verbod om ‘huis en veld’ toe te eigenen, is een verbod om de arbeid van een ander huishouden toe te eigenen én een verbod om de natuur waar een ander huishouden van afhankelijk is toe te eigenen. Bewerkbare grond en arbeid – dat zijn ook vandaag nog twee cruciale factoren om een leven te kunnen opbouwen. Beroof je iemand van één van de twee, dan ontwricht je zijn leven. Beroof je iemand van beide, dan is het ontwrichting in het kwadraat. Dat is wat de profeten aan de kaak stellen.

In Hoe handel ik eerlijk stellen Matthias Olthaar en Paul Schenderling de vraag in hoeverre wij ons die profetische kritiek moeten aantrekken. De globale schaal zorgt ervoor dat misstanden aan ons zicht onttrokken worden. Toch is het volgens deze economen in de kern hetzelfde proces. De consumptie in rijke landen gaat samen op met productie in arme landen. En de arbeiders die voor die productie worden ingezet, leven voor het overgrote deel in diepe armoede, als dagloners. En daar komt nog die tweede factor bij: die grootschalige productie gericht op consumptie (en overconsumptie) in rijkere landen legt beslag op het leefgebied van miljoenen mensen vooral in landen rond de evenaar.

Dit is geen vrolijk verhaal. Moeten we het daar echt over hebben? Als ik denk aan Jesaja of Micha dan vrees ik van wel.

Fulmineren

Als laatste punt nog even over de toon waarop de profeten spreken. Zo’n felle toon wekt vaak irritatie op. Dat zien we vandaag trouwens ook. Je hoort het mensen zeggen over bijvoorbeeld Greta Thunberg: ‘Ze zegt de dingen altijd zo irritant …’ Waarschijnlijk zeiden mensen indertijd hetzelfde over Jesaja, Amos en Micha. Waarom spreken de profeten op zo’n woedende toon? Daarmee jaag je iedereen tegen je in het harnas. Kom je niet veel verder met het positieve verhaal? Dat is wel de marketingwijsheid van vandaag.

Het punt is dat de profeten twee dingen moesten zien te doorbreken met hun woorden. Ten eerste de schijnwerkelijkheid die was opgebouwd door de machthebbers. Bijna niet van echt te onderscheiden. In die wereld lijkt alles legaal en volgens de regels te verlopen. Maar het is een wereld van leugen en bedrog. Zelfgemaakte regels, eigenrichting en scheve verhoudingen. Alles wordt witgewassen in de tempel. Vandaar dat de profeten zich ook fel keren tegen de religieuze hypocrisie, de leugen die voor vroomheid doorgaat. Om heel die schijnwereld te ontmaskeren werkt alleen een harde, confronterende boodschap. Ten diepste is het Gods emotie die de profeten vertolken.

Denk aan Jeremia die de leugens van zijn tijd ontmaskert: ‘De priesters en profeten liegen allemaal. Ze zeggen dat er niets aan de hand is, maar mijn volk gaat een vreselijke ramp meemaken! “Alles gaat goed,” zeggen ze, “alles gaat goed!” (sjalom, sjalom). Maar het gaat helemaal niet goed! (we-een sjalom!) ‘Geen vrede (sjalom) zonder recht’. Dat is de kortste samenvatting van wat de profeten zeggen.

Het tweede dat de profeten met hun woorden moeten zien te doorbreken is de lijdzaamheid van de mensen. Men staat erbij en kijkt ernaar. De dingen gaan nu eenmaal zoals ze gaan. De passiviteit van de omstanders moet doorbroken worden. De verrotting van de samenleving moet worden tegengegaan anders zal iedereen er de gevolgen van ondervinden. Om de apathie te doorbreken gebruiken de profeten choquerende taal en dreigende beelden. Wie het hoort huivert ervan. Alles wat dierbaar is zal te gronde gaan want het leven is in de kern aangetast.  

Vroeger las men de profetische woorden vaak als voorspellingen. Dat waren ze niet. Het waren dreigende woorden bedoeld om de mensen tot daden aan te zetten. En het lijkt erop dat dat soms ook gebeurde.

Ideaalbeeld

Het zijn vooral de profetische tirades die in het oog springen. Toch bevatten de boeken van de profeten ook een positieve boodschap. Het doel is niet een volk dat zich wentelt in spijt en schuld, het doel is een nieuw Israël waarin bloei ook werkelijk bloei is zonder bloed en roof. De profeten zijn geen planeconomen die armoede willen uitbannen. Ze willen een samenleving volgens Gods standaard van recht en gerechtigheid. Solidariteit in plaats van onverschilligheid, betrokkenheid in plaats van uitbuiting. Dit Israël zal rijk zijn, maar vooral op een niet-materiële manier. Rijk door Gods nabijheid.

Daarmee kom ik nog één keer terug bij het boek Hoe handel ik eerlijk. De auteurs doen een mooie poging om ook dit profetische ideaalbeeld in hun boek te verwerken. Het ligt in onze tijd sterk voor de hand om alle veranderingen die nodig zijn voor een eerlijker wereld en een betere omgang met natuur en milieu uit te drukken in termen van minder: we moeten minder consumeren, minder verbruiken, minder luxe leven, minder vlees eten, minder vliegen, etc.

Maar dit boek kiest nadrukkelijk voor het perspectief van meer: een bewuster en vervulder leven, meer saamhorigheid, meer aandacht voor het goede, meer dankbaarheid, meer geestelijke rijkdom. Je kunt dat afdoen als naïef en wereldvreemd, maar dan zou je datzelfde kunnen zeggen over het ideaalbeeld dat de profeten ons voorhouden. Eerder zou ik het aanstekelijk noemen. Maar het dwingt je wel tot een keuze. En daarmee komen we misschien wel bij de kern van de Bijbelse profeten: hun woorden zijn niet bedoeld om vrijblijvend te lezen. Dat waren ze toen niet en dat zijn ze nu ook niet. Ze stellen ons voor een keuze.

Prof. dr. Matthijs de Jong is Hoofd Vertalen en Bijbelwetenschap bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en bijzonder hoogleraar Bijbelvertalen aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Bronvermelding

Matthijs de Jong, ‘Geen vrede zonder recht. De waarschuwing van de profeten’ in: Met Andere Woorden 41/online (15 oktober 2022), debijbel.nl/bericht/geen-vrede-zonder-recht.

Geraadpleegde literatuur

  • John Barton, ‘Reading the Prophets from an Environmental Perspective’ in: D. Horrell, C. Hunt, C. Southgate, F. Stavrakopoulou (red.), Ecological Hermeneutics: Biblical, Historical and Theological Perspectives, New York 2010, 46-55.
  • Jan J. Boersema, ‘De val en de wolf’ in: Met Andere Woorden 41/2 (2022), 19-21.
  • Wim de Bruin, ‘Micha en het failliet van de maakbaarheidsgedachte. Micha 6:14-15: onheilsprofetie als mogelijkheid’ in: Met Andere Woorden 41/2 (2022), 47-57.
  • Marvin L. Chaney,  ‘The Political Economy of Peasant Poverty. What the Eighth-Century Prophets Presumed but Did Not State’ in: Ronald A. Simkins en Thomas M. Kelly (red.), The Bible, the Economy, and the Poor, Journal of Religion & Society Supplement 10, 2014.
  • Zev I. Farber en Jacob L. Wright (red.), Archaeology and History of Eight-century Judah, Atlanta 2018.
  • Matthijs J. de Jong, Isaiah among the Ancient Near Eastern Prophets, Leiden 2007.
  • Hilary Marlow, ‘Justice for whom? Social and Environmental Ethics and the Hebrew Prophets’ in: Katharine Dell (red.), Ethical and Unethical Behaviour in the Old Testament, New York / Londen 2010.
  • Matthias Olthaar en Paul Schenderling, Hoe Handel ik Eerlijk, Middelburg 2021.
  • Assaf Yassur-Landau, Eric H. Cline, Yorke M. Rowan, The Social Archaeology of the Levant. From Prehistory to the Present, Cambridge 2019.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons