De verheerlijkte Jezus
Aan de zeven gemeenten
Nadat Johannes in Openbaring 1:1-8 zijn brief aan de zeven gemeenten heeft ingeleid, verwacht je misschien actie. Maar voordat het zover is, vertelt Johannes eerst over zijn roeping. Deze roeping geeft hem zijn legitimatie als profeet en daarom kan hij zijn boek presenteren als een profetisch boek (vers 3). Maar anders dan de meeste profeten van het oude verbond en anders dan de profeten in de nieuwtestamentische gemeente (1 Korintiërs 14) wordt hij niet geroepen om God woord te spreken. Dat zou ook niet veel zin hebben, want hij bevindt zich op het eiland Patmos, ver weg van de christenen aan wie Gods woord gericht is. De roeping van Johannes is volgens Openbaring 1:11 en 19 een opdracht om op te schrijven wat hij zal gaan zien. Zijn profetie neemt direct schriftelijke vorm aan. Maar straks zal zijn boek in de zeven gemeenten worden voorgelezen en dan klinkt daar Gods woord.
Degene die Johannes deze opdracht geeft om te schrijven, is degene die hier in Openbaring 1:9-20 aan hem verschijnt. Opvallend genoeg wordt Hij niet bij naam genoemd. De lezer wordt verondersteld zich af te vragen: ‘Wie is deze bijzondere persoon?’ Hij wordt aangeduid als ‘stem’ (vers 12) en als ‘iemand die eruitzag als een mens’ (vers 13). In het Grieks staat hier ‘als een mensenzoon’ en deze aanduiding laat aan duidelijkheid niets te wensen over voor wie ook maar één van de vier Evangeliën kent: het is Jezus! Jezus verschijnt hier aan Johannes, nota bene op het eilandje Patmos, in een overweldigend visioen. Degenen onder ons die het Oude Testament goed kennen, merken op dat Johannes’ beschrijving invloed vertoont van het visioen in Daniël 10:4-6.
Zwaar onder de indruk
Lees dit gedeelte maar eens en probeer het dan voor jezelf te visualiseren. In dit visioen vind je schoonheid (vers 13, 15, 16) en licht (de volle zon, vers 16), maar het scherpe zwaard symboliseert ook kracht en de dreiging van oordeel (vers 16). Er zijn nogal wat speciale effecten! Zo beschrijft Johannes het geluid van Jezus’ stem als dat ‘van geweldige watermassa’s’ (vers 15). Meerdere keren gebruikt Johannes het woord ‘als’, zo moeilijk is het om zijn indrukken exact weer te geven. De voorname gestalte die hij ziet is dan ook de Heer die in de hemel regeert, de Almachtige. Het is de opgevaren en verheerlijkte Christus. Geen wonder dat Johannes zo onder de indruk is dat hij als dood neervalt (vers 17)!
Alles draait om Jezus
Jezus zal Johannes nu een boodschap gaan geven, en die volgt in de rest van het boek, maar wat de inhoud daarvan ook is, het is duidelijk dat die begint (en eindigt) met Hem. Dat is een belangrijk gegeven voor onze lezing van Openbaring. Het gaat in dit boek niet om allerlei informatie, om kleine feiten, om de identiteit van de Antichrist, maar om wie Jezus Christus is en wat Hij doet. Als de gemeenten dat helder voor ogen krijgen, is het doel van Johannes’ schrijven al grotendeels bereikt. Voor ons geldt hetzelfde. Wij mogen ons afvragen of onze theologie, onze geloofsbeleving, heel het kerkelijk leven, beginnen en eindigen met de verheerlijkte Jezus. Is Hij inderdaad ‘de eerste en de laatste’ (vers 17), de alfa en de omega (vers 8)?
Deze ‘mensenzoon’ is ook God, want Hij gebruikt met nadruk de uitdrukking ‘Ik ben’ (vers 17).
Sommige elementen van het visioen van Johannes doen denken aan een machtige koning, maar met zijn lange gewaad lijkt de Heer Jezus ook op de oudtestamentische hogepriester. En daarbovenop komt nog de verwijzing naar zijn dood en opstanding (vers 18). Jezus is werkelijk een unieke persoon!
Alle eer en glorie voor Jezus
Hoe reageren wij als moderne mensen op dit visioen? Het kan ons helpen om Jezus te belijden als Heer, niet de Romeinse keizer of de regering van de dag. Heer over de wereld, Heer van de kerk. Er is geen reden om bang te zijn voor deze Jezus, maar het visioen maakt maar al te duidelijk dat het volstrekt misplaatst is om gekscherend of oneerbiedig over Hem spreken.
Dit visioen zet de toon voor het begrijpen van het hele boek Openbaring: deze Christus, die alle eer en glorie waardig is, kan zeker de overwinning op het kwaad behalen.
Dr. Pieter J. Lalleman