Hoe gaat de Bijbel om met homoseksualiteit?
Hoe moeten we Bijbelse teksten over seksualiteit begrijpen in onze moderne samenleving? Passages zoals Leviticus 20:13 en Romeinen 1:26-27 hebben in de loop der tijd heftige reacties opgeroepen, maar worden vaak los van hun oorspronkelijke context gelezen. Dit artikel onderzoekt de historische en culturele achtergrond van deze teksten en hun relevantie vandaag de dag. Het laat zien hoe een zorgvuldige interpretatie niet alleen meer begrip kan bieden, maar ook ruimte kan scheppen voor inclusiviteit, gelijkwaardigheid en een eigentijdse kijk op relaties en seksualiteit.
Gruwelijke teksten
De Britse acteur Sir Ian McKellen, die onder meer Gandalf vertolkte in The Lord of the Rings, scheurt regelmatig pagina’s uit Bijbels in hotels waarin hij verblijft. Het gaat dan om passages die hij als homo beledigend vindt. Eén zo’n passage is Leviticus 20:13: ‘Wie met een man het bed deelt als met een vrouw, begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood gebracht worden en hebben hun dood aan zichzelf te wijten.’ Dit harde oordeel over seksueel verkeer tussen mensen van hetzelfde geslacht stuit veel moderne lezers tegen de borst. Ook andere Bijbelpassages over (homo)seksualiteit roepen een dergelijke reactie op. Hoe verhouden Bijbel en moderne samenleving zich op dit punt tot elkaar?
De heftige reactie van McKellen is begrijpelijk. Maar doet hij ook recht aan wat in deze teksten daadwerkelijk bedoeld wordt? Behulpzamer is het om bij het lezen van teksten als Leviticus 20 te beseffen dat het hoofdstuk de seksuele wetgeving regelt voor een specifiek type samenleving. Daarin is een bepaalde orde tussen mens en dier, tussen generaties en tussen de seksen van belang voor het voortbestaan van de familie, de clan en de samenleving (Genealogie en familie en Huwelijk). Seksueel verkeer kan in zo'n samenleving alleen plaatsvinden binnen een bezegelde relatie tussen man en vrouw: alles daarbuiten bedreigt de cohesie van de familie, de toekomst van de samenleving en ook de relatie met God. Daarnaast waren seksuele handelingen in de Bijbelse wereld nauw verweven met concepten van macht en eer. Dat komt goed tot uitdrukking in Leviticus 20:13: wie met een man het bed deelt als met een vrouw, ‘verlaagt’ die man tot een vrouwelijke status – in die tijd een serieus te nemen schrikbeeld, dat in een tijd van toenemende gendergelijkheid echter aan relevantie verliest.
Je kunt Bijbelse voorschriften rond seksualiteit dan ook niet rechtstreeks toepassen op andere contexten. Denk alleen maar aan de strenge strafmaten voor ongewenst seksueel gedrag in Leviticus 20 – die neemt vandaag niemand meer ‘letterlijk’. In westerse samenlevingen worden seksuele minderheden niet langer gezien als een bedreiging voor het voortbestaan van de maatschappij, maar hebben ze – als het goed is – een eigen plek. Veel gelovigen zien die eigen plek juist als een hedendaagse uitwerking van de manier waarop de Bijbel opkomt voor de rechten van zwakken en minderheden.
One size does not fit all
Ook zijn er kanttekeningen te plaatsen bij de opvatting dat homoseksualiteit niet zou passen bij hoe God mensen geschapen heeft. In Genesis lezen we dat God de mensen mannelijk en vrouwelijk heeft geschapen (Gen. 1:27) en dat Adam in Eva een helper kreeg die bij hem paste (Gen. 2:18). Een paar verzen verderop lezen we dat een man zich los zal maken van zijn vader en moeder om één lichaam te vormen met zijn vrouw (vers 24). Maar zowel in de Bijbel als in de geschiedenis van de kerk komen we allerlei mensen tegen die hun relaties op een andere manier vormgeven dan binnen een huwelijk tussen één man en één vrouw, zonder dat dat per se afgekeurd wordt. Soms gebeurt dit uit vrije keuze, en soms door omstandigheden of onder dwang. Denk aan Jakob, die twee vrouwen heeft en bij hen én hun slavinnen kinderen verwekt (Gen. 29:14-30:24), of aan eunuchen, die trouwens veelal een bijzondere plaats krijgen in de Bijbel (Jes. 56:4-5; Mat. 19:12; Hand. 8:26-40). Voor mannen als David (2 Sam. 1:26) en de kerkvader Augustinus (Belijdenissen) was een vriend veel waardevoller dan een vrouw – een voorkeur die helaas ook samenhing met negatieve opvattingen over vrouwen. Talloze mensen hebben afgezien van een huwelijk, bijvoorbeeld om in een klooster een aan God gewijd leven te leiden.
Gods tegennatuurlijke genade
Aan het begin van zijn brief aan de Romeinen schrijft Paulus hoe mannen en vrouwen de natuurlijke omgang hebben verruild voor de tegennatuurlijke (Rom. 1:26-27). Hoe moet je zo'n tekst interpreteren? Sommige uitleggers menen dat homoseksualiteit destijds, net als in het oudtestamentische Kanaän, alleen voorkwam in de vorm van cultische prostitutie, dus met tal van wisselende partners. Maar die gedachte is in recent onderzoek aanzienlijk genuanceerd. Je kunt niet zeggen dat Paulus hier alleen zeer promiscue vormen van (homo)seksualiteit afwijst. Andere christenen zien Paulus’ woorden als een duidelijke veroordeling van alle homoseksualiteit, en betrekken deze ook op homoseksuele christenen vandaag. Maar ook die uitleg roept vragen op. Paulus noemt hier iets dat hij en zijn hoorders onder de heidenen tegenkwamen, niet in hun christelijke gemeenten. Ook gebruikt hij dat slechts als een voorbeeld om de gelovigen te waarschuwen voor afgoderij. Daarbij gaat hij ervan uit dat zijn hoorders zulke praktijken onder de heidenen direct zullen afwijzen: ‘En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar.’ Maar hij vervolgt meteen: ‘U bent evenmin te verontschuldigen’ (Rom. 2:1). Dat is scherper dan een abstract ‘we zijn allemaal zondig’. Paulus roept de gelovigen tot de orde, omdat zij al te gemakkelijk een oordeel over anderen vellen.
Vaak wordt in dit verband ook aangedragen dat homoseksualiteit volgens Paulus ‘tegennatuurlijk’ is. Inderdaad Paulus gebruikt hier het woord ‘natuur’. Daarmee doelt hij echter vooral op denkvormen die diep in de maatschappij en cultuur verankerd zijn. Het gaat dus niet om een biologisch gegeven dat losstaat van de cultuur. In zijn brief aan de Galaten komen we het woord ‘natuur’ ook tegen. Wat we daar lezen kan een nieuw licht werpen op de aangehaalde passage uit Romeinen 1. Volgens Paulus is het heil van God niet alleen bestemd voor hen die ‘van nature’ Jood zijn (vergelijk Gal. 2:15), maar voor allen die ‘in Christus’ zijn. ‘In Christus Jezus’ wordt het ‘natuurlijke’ (dat wil zeggen: het diep in de maatschappij en het denken verankerde) onderscheid tussen Jood en niet-Jood opgeheven, evenals dat tussen slaven en vrijen en tussen mannen en vrouwen (Galaten 3:28). De sociale en seksuele hiërarchie tussen mannen en vrouwen is niet langer bepalend (Hiërarchie). Seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht vormden een bedreiging van die hiërarchische orde. Maar aan die orde is een einde gekomen. Nu kunnen zulke relaties er zelfs een teken van zijn dat die orde in Christus is opgeheven.
Moderne vragen
Op de achtergrond speelt hierbij een belangrijke rol dat mensen seksualiteit door de eeuwen heen anders zijn gaan ervaren en waarderen. Zo is voortplanting minder belangrijk geworden voor de waardering van seksualiteit. In moderne westerse samenlevingen is seksualiteit eerder een manier om liefde te uiten, een vorm van ontspanning of een bron van zelfverwerkelijking. Ook gelden mannelijkheid en vrouwelijkheid tegenwoordig minder als simpele tegenpolen. Dat heeft niet alleen invloed op hoe we tegen ‘homoseksualiteit’ aankijken, maar ook op hoe we seksualiteit en relaties in bredere zin zien. Seksualiteit is intussen nog altijd een precair spel tussen kwetsbaarheid en controle of zelfs macht, waardoor het risico van machtsmisbruik nooit afwezig is.
Onze hedendaagse context bepaalt mede hoe we de Bijbel lezen, welke vragen we aan de Bijbel stellen en ook waar in de Bijbel we antwoorden denken te kunnen vinden. Het maakt uit of iemand de Bijbel bewust of onbewust leest vanuit bijvoorbeeld een westers, protestants, modern en/of mannelijk perspectief. Perspectieven van anderen, zeker van minderheden, kunnen je blik verruimen. Dat bewustzijn is de afgelopen decennia sterk gegroeid binnen de Bijbelwetenschappen. Zo is bijvoorbeeld mede door de input van mensen met een niet-westers of gender-kritisch perspectief duidelijk geworden dat Genesis 19 in de eerste plaats gaat over de schending van het gastrecht dat in het Oude Nabije Oosten zo belangrijk was (zie Genesis 19). Deze tekst werd in het verleden gezien als veroordeling van homoseksualiteit, maar wat hier veroordeeld wordt, is in de eerste plaatst dat de plannen van de inwoners van Sodom totaal onverenigbaar waren met het gastrecht. Een tweede reden om de plannen van de inwoners van Sodom te veroordelen, is dat zij Lots gasten aan seksuele handelingen wilden onderwerpen die – vanuit toenmalig perspectief – hun mannelijke eer teniet hadden gedaan. Lots keuze om zijn dochters in plaats van de gasten aan te bieden, is een poging om dat te voorkomen. Mogelijk nog sterker dan toen roept bij hedendaagse lezers vooral de onvrijwilligheid van de voorgenomen seksuele handelingen – terecht – grote afkeer op.
Voor het nadenken over Bijbel en seksualiteit is het goed in te zien dat het hedendaagse romantische huwelijksideaal verschilt van huwelijksopvattingen en -praktijken die we in de Bijbel tegenkomen. Verder worden mannelijkheid en vrouwelijkheid door veel meer bepaald dan alleen door biologie en is gendercomplementariteit (het idee dat beide seksen elkaar op een heel bepaalde manier aanvullen) een moderne opvatting die we in de Bijbel niet op die manier tegenkomen (Gender). Ten slotte zijn homoseksualiteit en heteroseksualiteit moderne, negentiende-eeuwse constructen over hoe mensen seksueel ‘in elkaar zitten’. Het is goed te bedenken dat die concepten nog steeds veranderen.
Seksualiteit luistert nauw – in alle gevallen
Dat homoseksualiteit in de moderne zin van het woord in de Bijbel niet voorkomt, geeft diverse strikte voorschriften rond seksualiteit en relaties (bijv. Lev. 18:6-18; Mat. 5:27-32) overigens een bijzondere spits: het valt op dat ze juist de meest gangbare relaties en sociale patronen aanwijzen als plekken die zomaar kunnen leiden tot grensoverschrijdend of anderszins beschadigend gedrag. Hiermee onderstrepen de voorschriften hoe nauw de omgang met seksualiteit in élke samenleving luistert, omdat een mens daar kwetsbaar is. Vertaald naar nu dagen ze ons uit om ons te blijven bezinnen op beschadigend seksueel gedrag, en daarbij niet seksuele minderheden verdacht te maken, maar juist te letten op de bedenkelijke keerzijden van wat normaal en gangbaar lijkt.
Verantwoording
Dit thema