Wat zegt de Bijbel over vreugde?
Er zijn veel dingen in het leven die vreugde kunnen geven, zoals een feestelijke gebeurtenis, mooie muziek en een aangenaam gezelschap. Je kunt van al die dingen genieten en er blij mee zijn. Maar vreugde kan nog een stap verder gaan dan blijdschap over concrete dingen die gebeuren. Vreugde kan ook een gevoel van dankbaarheid zijn om wie je zelf bent en om het leven dat God je geeft.
Niet vanzelfsprekend
In de Bijbel vieren mensen feest als ze de oogst binnenhalen (Jesaja 9:2). Ze zingen en juichen als het leger een overwinning heeft behaald (1 Samuel 18:6). Of ze zijn blij omdat er een nieuwe koning is (1 Koningen 4:5).
Vreugde en blijdschap zijn in de Bijbel niet vanzelfsprekend. De goede dingen in het leven worden gezien als een geschenk van God. Hij is degene die regen geeft, zodat de oogst niet mislukt en er voldoende te eten is. Hij zorgt ervoor dat het leger van de vijanden wordt verslagen en dat de nieuwe koning een goede leider is.
Vreugde vinden in God
Veel bijbelschrijvers ervaren de zegenende hand van God in hun persoonlijke leven. Maar ze schrijven ook over blijdschap die daarboven uitgaat. Dat is vreugde die ze vinden in het dienen van God en het doen van zijn geboden:
‘Moge mijn lofzang de HEER behagen,
zoals ik mijn vreugde vind in hem. (Psalm 104:34)‘Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde,
meer vreugde dan rijkdom en overvloed’ (Psalm 119:14)‘U hebt mij de weg naar het leven getoond,
uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.’ (Handelingen 2:28)‘Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.’ (Filippenzen 4:4)
Eeuwige vreugde
Het leven van mensen bestaat niet alleen uit vreugde en blijdschap. Er is ook lijden en verdriet. God belooft daarom dat er een nieuwe hemel en nieuwe aarde zullen komen. Daar zullen de mensen dicht bij God wonen, en zal de vreugde overheersen:
‘Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wat er vroeger was raakt in vergetelheid,
het komt niemand ooit nog voor de geest.
Er zal alleen maar blijdschap zijn
en groot gejuich om wat ik schep.’ (Jesaja 65:17-18)