Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wat zegt de Bijbel over ouderdom?

We willen graag lang leven. Door goede voeding en goede medische voorzieningen worden mensen ook steeds ouder, en kunnen ze volop van het leven genieten. Maar dat geldt niet voor iedereen. Wie oud is kan ook te maken krijgen met lichamelijke beperkingen en met eenzaamheid. Dat maakt voor sommige ouderen het leven zwaar.

Ouderdom in de Bijbel

In de tijd van de Bijbel hadden oudere mensen een belangrijke positie in de samenleving. Ze beschikten over veel kennis en levenswijsheid. Er werd daarom vaak tegen oude mensen opgekeken en ze werden met respect behandeld (Leviticus 19:32).

Toch waren oude mensen in die tijd ook kwetsbaar, omdat ze afhankelijk waren van de steun van kinderen en kleinkinderen. Vooral oudere vrouwen zonder kinderen hadden het moeilijk. Als de weduwe Noömi een kleinzoon krijgt, zijn haar buurvrouwen blij voor haar. Ze zeggen tegen Noömi: ‘Geprezen zij de HEER, die jou vandaag iemand gegeven heeft die voor je zorgen zal.’

In andere verhalen lezen we juist hoe mensen op hoge leeftijd zelf nog kinderen krijgen. Abraham en Sara zijn al hoogbejaard als hun zoon Isaak wordt geboren (Genesis 21:2-7). En ook Zacharias en Elisabet zijn al op leeftijd als ze samen een zoon krijgen (Lucas 1:18). De ouderdom van deze mensen vormt geen bezwaar voor God (Genesis 18:14). Hij schrijft niemand af op basis van zijn of haar leeftijd.

Een lang leven

In de Bijbel wordt het bereiken van een hoge leeftijd gezien als een zegen van God.

‘Wie bescheiden is en ontzag heeft voor de HEER,
wordt beloond met rijkdom, eer en een lang leven.’ (Spreuken 22:4)

Dat betekent niet dat het altijd makkelijk is om oud te zijn. Juist mensen die oud zijn, kunnen ervaren dat ze kwetsbaar zijn en dat ze niet zonder de hulp van God kunnen.

‘Nu ik oud en grijs ben,
verlaat mij niet, o God,
zodat ik het nageslacht, elk nieuw kind,
kan verhalen van de macht van uw arm.’ (Psalm 71:18)

‘Tot in je ouderdom blijf ik dezelfde,
tot in je grijsheid zal ik je steunen.
Wat ik gedaan heb, zal ik blijven doen,
ik zal je steunen en beschermen.’ (Jesaja 46:4)

Het leven teruggeven aan God

De tijd en de eindigheid van ons menselijk leven zijn belangrijke thema’s in het boek Prediker. In Prediker 12:2-7 wordt beeldend beschreven hoe het lichaam langzaam achteruitgaat. Uiteindelijk zal iedereen sterven en zijn leven los moeten laten. Voor mensen die in God geloven is het een troost dat ze hun leven weer terug mogen geven aan God die hen geschapen heeft.

‘Voordat het zilverkoord wordt weggenomen,
de gouden lamp gebroken,
de waterkruik in stukken valt,
het scheprad bij de put wordt stukgebroken.
Wanneer het stof terugkeert naar de aarde,
weer wordt zoals het was,
wanneer de adem van het leven weer naar God gaat,
die het leven heeft gegeven.’ (Prediker 12:6-7).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons