Wat zegt de Bijbel over moed?
Je ziet ze weleens, of leest erover: mensen die alles lijken te durven. Mensen die geen gevaar zien, of zich er niet door laten tegenhouden. Je kunt makkelijk onder de indruk raken van hun moed. Zelf ben je misschien vaak moedeloos. Juist op momenten dat je wel wat moed kunt gebruiken.
Dappere mensen
Ook in de Bijbel vinden we moedige mensen. Denk maar aan David, die met de reus Goliat vecht en hem verslaat (1 Samuel 17:41-50). Moed betekent hier niet dat David alles zomaar durft, dat hij geen gevaren ziet. Maar juist als je de gevaren onderkent en toch durft te doen wat je moet doen, dan heb je moed.
Een ander voorbeeld is Abraham die onderhandelt met God over de mensen in Sodom. God wil die stad vernietigen, maar Abraham vraagt hem de stad te behouden als er nog vijftig rechtvaardige mensen zijn. Of maar veertig, of dertig, of twintig. In zijn onderhandelingen gaat Abraham steeds een stukje verder en vraagt zelfs aan God: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ (Genesis 18:32).
Abraham weet dat God boos op hem kan worden, toch waagt hij het erop. Dat is moed.
Bemoedig elkaar
Moed is meer dan de durf om dingen te doen. Het is ook het volhouden, en blijven hopen op betere tijden. Durven geloven, ook in bange tijden. Dat zegt Jezus ook tegen zijn leerlingen als ze in een zware storm terecht zijn gekomen:
‘Ze maakten hem wakker en riepen: “Heer, red ons toch, we vergaan!” Hij zei tegen hen: “Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?” Toen stond hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust.’ (Matteüs 8:25-26).
Om vol te houden en de moed niet op te geven, kunnen mensen elkaar moed inspreken:
‘Allen die uw hoop vestigt op de HEER:
wees sterk en houd moed.’ (Psalm 31:25)
‘Juist met dit doel stuur ik hem naar u toe, om u over onze omstandigheden in te lichten en om u moed in te spreken.’ (Efeziërs 6:22)
God geeft moed
Als het je aan moed ontbreekt, mag je weten dat je God je wil helpen. In Psalm 23 vertelt de dichter dat niemand minder dan God zelf hem moed geeft, ook als zijn leven vol tegenslag zit. De volgende woorden bieden aan veel mensen troost en kracht, en geven houvast in hun leven:
‘Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.’ (Psalm 23:4)