Wat zegt de Bijbel over licht?
Licht is van levensbelang. Daglicht, het licht van de zon, is letterlijk nodig om te leven. Maar licht is ook een symbool voor wat mensen verlicht: inzicht, voorspoed, veiligheid, Gods nabijheid. In het donker van de nacht kun je verlangen naar het licht van de dag. Waar het licht is, is het goed.
Licht van God en Jezus
In de Bijbel hoort licht bij God en bij Jezus. God wordt omgeven door een stralend licht. Jezus wordt genoemd ‘het licht dat in de wereld kwam’. In de Bijbel staat hoe dit licht mensen bemoedigt. En dat uiteindelijk dit licht het donker zal overwinnen.
In Genesis is te lezen hoe God zijn schepping van de hemel en de aarde begint met het scheppen van licht (Genesis 1:1-5). God zelf wordt beschreven als gehuld ‘in een mantel van licht’ (Psalm 104:1-2).
Ook de evangelist Johannes schrijft over licht van het begin (Johannes 1:1-5). Hij noemt Jezus ‘het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam’ (Johannes 1:9).
Licht voor de mensen
In de Bijbel lezen we hoe het licht van God en Jezus ons kan bemoedigen en een bron kan zijn om vanuit te leven.
‘Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.’ (Numeri 6:24-26)‘De HEER is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen?
Bij de HEER is mijn leven veilig,
voor wie zou ik bang zijn?’ (Psalm 27:1)‘Uw woord is een lamp voor mijn voet,
een licht op mijn pad.’ (Psalm 119:105)‘Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: “Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.”’ (Johannes 8:12)
Belofte
In de Bijbel is licht een beeld van Gods belofte voor de mensen. Een stralend licht zal uiteindelijk het donker verjagen.
‘Het volk dat in duisternis ronddoolt
ziet een schitterend licht.
Zij die in het donker wonen
worden door een helder licht beschenen.’ (Jesaja 9:1)‘Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn.’ (Openbaring 22:5)