Wie was Jojachin in de Bijbel?

Jojachin was koning van het zuidelijke rijk Juda. Hij regeerde drie maanden in het jaar 598-597 voor Christus.

De naam Jojachin betekent: De Heer bevestigt.
Jojachin heeft in het Oude Testament ook andere namen: Jechonja (bijvoorbeeld in Jeremia 24:1) en Konjahu (in Jeremia 37:1 NBG 1951). In het Nieuwe Testament wordt hij Jechonja genoemd, in de genealogie van Jezus (Matteüs 1:11-12).

Jojachin volgt zijn vader Jojakim op als koning van Juda (2 Koningen 24:6). Zijn vader overlijdt op een moment dat koning Nebukadnessar van Babylonië de stad Jeruzalem met zijn legers heeft omsingeld. Als Jojachin drie maanden regeert, op de tweede dag van de maand adar in het jaar 597 (= 16 maart 597 voor Christus), beseft hij dat verzet tegen Nebukadnessar geen zin heeft. Samen met zijn familie, zijn hofhouding en de generaals van zijn leger geeft hij zich over aan de Babyloniërs (2 Koningen 24:12). Daarmee voorkomt Jojachin dat de bevolking van Jeruzalem wordt uitgemoord.

Jojachin wordt met de koninklijke familie, zijn ambtenaren en zijn soldaten naar Babylon weggevoerd. Ook de belangrijke families in Juda en de goed opgeleide vaklieden moeten mee. In totaal worden ongeveer 18.000 Judeeërs weggevoerd. Nebukadnessar neemt ook alle gouden voorwerpen uit de tempel en het paleis mee (2 Koningen 24:13). De economisch en financieel minder draagkrachtigen blijven in Jeruzalem en Juda achter.
Nebukadnessar stelt nog wel een nieuwe koning over hen aan: Mattanja, de zoon van Josia, een oom van Jojachin. De naam Mattanja wordt veranderd in Sedekia (2 Koningen 24:17).

Jojachin leeft vele jaren in gevangenschap in Babylon. 37 jaar na zijn vertrek uit Jeruzalem, in 560 voor Christus, laat koning Ewil-Merodach van Babylonië hem vrij. Jojachin keert echter niet naar Jeruzalem terug, hij blijft in ballingschap. Hij krijgt een bevoorrechte positie aan het Babylonische hof (2 Koningen 25:27-30; Jeremia 52:31-34).

In de bijbelboeken 1 en 2 Koningen en 2 Kronieken staat van elke koning van Juda een beoordeling. Een koning die goed is, regeert volgens de regels van de God van Israël. David is daar het voorbeeld van. Jojachin wordt een slechte koning genoemd, net als zijn vader Jojakim (2 Koningen 24:19).