Wie was Ahasveros in de Bijbel?

Ahasveros is koning van het Perzische rijk. Hij geeft aan zijn belangrijkste minister, Haman, toestemming om alle Joden in zijn koninkrijk te vermoorden. Maar dan ontdekt Ahasveros dat zijn lievelingsvrouw Ester ook bij dit volk hoort.

Ahasveros is de Hebreeuws vorm van de Perzische naam Ksjajarsja (‘sjah van de sjahs’). De Griekse weergave van deze naam is Xerxes. Deze namen betekenen: hoogste heerser.
Ahasveros wordt meestal geïdentificeerd als de Perzische koning Xerxes I, die regeerde tussen 486-465 voor Christus. In de Griekse versie van het boek Ester heet de koning Artaxerxes. Het is daarom ook mogelijk dat het verhaal verwijst naar koning Artaxerxes I (464-424 voor Christus) of Artaxerxes II (423-404 voor Christus).

Nadat Ahasveros koningin Wasti heeft afgezet, gaat hij op zoek naar een nieuwe koningin. Uit alle mooie meisjes in zijn harem kiest hij het Joodse meisje Ester als nieuwe koningin. 
Ester mag alleen bij de koning komen als hij haar ontbiedt. Als ze zelf naar hem toe gaat, zal ze gedood worden, behalve als de koning haar zijn gouden scepter toesteekt.

Haman is de belangrijkste minister van Ahasveros. De koning geeft Haman toestemming om een bepaald volk in zijn koninkrijk uit te moorden, zonder dat hij doorheeft dat het hierbij om het Joodse volk gaat. Haman schrijft in naam van koning Ahasveros een bevel dat op een bepaalde dag alle Joden uitgeroeid moeten worden. Hij verzegelt dit bevel met de zegelring van de koning.
Ester hoort van haar pleegvader Mordechai wat Haman van plan is. Zij gaat met gevaar voor eigen leven naar de koning toe, om te proberen haar volk van de ondergang te redden. Als koning Ahasveros haar ziet, steekt hij haar de gouden scepter toe.

Ester nodigt de koning en Haman uit om bij haar te komen eten. Tijdens de maaltijd vertelt ze de koning dat ze bij het volk hoort dat Haman wil uitroeien. Ze vraagt de koning om haar en haar volk in leven te laten.
Dan beseft Ahasveros pas waar hij toestemming voor heeft gegeven. De koning kan het bevel niet meer ongedaan maken, omdat het een wet van Meden en Perzen is. Maar hij geeft Mordechai toestemming om een nieuwe wet te maken waarin staat dat de Joden zich op die dag mogen verdedigen. Hierdoor wordt het Joodse volk gered van de ondergang.