Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie waren Marta en Maria in de Bijbel?

Maria en Marta zijn twee zussen uit het Nieuwe Testament. Marta is de zus die Jezus gastvrij ontvangt in haar huis, en hem tegemoet rent als haar broer Lazarus gestorven is. Maria is de zus die aan de voeten van Jezus zit om naar hem te luisteren. Zij is ook de vrouw die Jezus’ voeten zalft met dure olie.

Wat is de betekenis van de namen Marta en Maria?

De naam Marta betekent: dame. Deze betekenis speelt geen rol in de bijbelse verhalen.
De naam Maria is de Griekse vertaling van de Hebreeuwse naam Mirjam. De betekenis van deze twee namen is onzeker. De namen zouden ‘geliefde’, ‘opstandige’ of ‘sterke zee’ kunnen betekenen.
Verschillende andere vrouwen in het Nieuwe Testament heten ook Maria. De bekendste zijn: Maria, de moeder van Jezus en Maria uit Magdala.

Zorgen of luisteren?

De twee zussen komen voor in het evangelie volgens Lucas en het evangelie volgens Johannes. In Lucas 10:38-42 is Marta degene die hard door blijft werken terwijl haar zus Maria aan de voeten van Jezus naar hem zit te luisteren. Als Marta bij Jezus klaagt dat zij al het werk in haar eentje moet doen, zegt Jezus dat Maria het beste deel gekozen heeft.
In Johannes 11:1-44 rent Marta hard naar buiten om Jezus te ontmoeten, als hun broer Lazarus gestorven is. Maria blijft dan thuis, en gaat pas later naar Jezus toe.

Maria zalft Jezus

Maria is de vrouw die in Johannes 12:1-11 Jezus’ voeten zalft met dure nardusolie. Dat kan gezien worden als voorbereiding op Jezus’ dood en begrafenis.
Veel mensen denken dat Maria uit Magdala degene was die Jezus zalfde. Deze uitleg is waarschijnlijk het gevolg van een verwarring tussen deze twee Maria’s in de zesde eeuw na Christus.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons