
Maria (moeder van Jezus)
Maria is de moeder van Jezus. Een engel vertelt haar dat zij een kind zal krijgen en dat hij Zoon van God genoemd zal worden. Maria is niet alleen aanwezig bij Jezusā geboorte, maar ook bij zijn dood.
De naam Maria
De naam Maria is de Griekse vertaling van de Hebreeuwse naam Mirjam. De betekenis van deze twee namen is onzeker. De namen zouden āgeliefdeā, āopstandigeā of āsterke zeeā kunnen betekenen.
Verschillende andere vrouwen in het Nieuwe Testament heten ook Maria. De bekendste zijn: Maria uit Magdala en Maria, de zus van Marta en Lazarus.
Maria krijgt een boodschap
Voordat Maria met Jozef trouwt, komt de engel Gabriƫl bij haar op bezoek. Hij vertelt haar dat ze zwanger zal worden van de heilige Geest. Haar zoon, die ze Jezus moet noemen, zal Zoon van God genoemd worden.
Kort daarna vertrekt Maria naar haar nicht Elisabet, die ook zwanger is. Als de twee vrouwen elkaar ontmoeten, zingt Maria een lied. Deze ālofzang van Mariaā heeft duidelijke overeenkomsten met het lied van Hanna in 1 Samuel 2:1-10.
Geboorte van Jezus
Als Maria hoogzwanger is reist ze samen met Jozef naar Betlehem. Daar wordt Mariaās zoon geboren. Ze wikkelt hem in doeken en legt hem in een voederbak.
Na Jezusā geboorte gaan Maria en Jozef in Nazaret wonen, waar ze nog meer kinderen krijgen.
Optreden en dood van Jezus
In Johannes 2:1-12 lezen we dat Maria aanwezig is op de bruiloft in Kana, waar Jezus water in wijn verandert. Johannes vertelt ook dat Maria erbij is als Jezus aan het kruis hangt (Johannes 19:25-27). Jezus vraagt dan aan de leerling van wie hij veel houdt om zijn taak over te nemen en voor zijn moeder te zorgen.
Ook de andere evangelisten vertellen dat Maria aanwezig is bij Jezusā kruisiging en begrafenis, en na zijn opstanding. Zij noemen haar nooit āde moeder van Jezusā, maar gebruiken de namen van haar andere kinderen om haar te onderscheiden van de andere Mariaās (zie bijvoorbeeld Marcus 15:40).
Maria als volgeling van Jezus
De laatste keer dat Maria in de Bijbel wordt genoemd is in Handelingen 1:14. Daar wacht zij samen met andere volgelingen van Jezus op de komst van de heilige Geest.
Bijbelverzen
- Matteüs 2
- Matteüs 13:55
- Matteüs 27:55-56
- Lucas 2:1-40
- Lucas 24:10
- Johannes 2:1-12
- Johannes 6:42
- Johannes 19:25-27
- Handelingen 1:14
- Matteüs 1:18-25
- Lucas 1:26-56