Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Job (NBV)

In het boek Job wordt het lijden van de vrome en rechtvaardige man Job beschreven.

Titel van het boek

Het boek Job ontleent zijn naam aan de hoofdpersoon, Job. Mogelijk gaat deze naam terug op een oude overlevering die in Ezechiël 14:14 en Ezechiël 14:20 bekend wordt verondersteld.

Historisch is er niets over Job bekend; het verhaal zegt dat hij in het land Us woonde, maar er is geen land met die naam bekend uit de oudheid.

Inhoud

In het boek Job staat de vraag centraal naar de zin van het lijden en naar de rol van God daarbij. De ervaringen van Job vormen het kader waarbinnen die vraag aan de orde komt.

Hoewel Job een rechtschapen en deugdzaam man is, wordt hij getroffen door veel onheil en ellende. De vrienden van Job, Elifaz, Bildad, Sofar en Elihu, verklaren zijn lijden door te zeggen dat Job dus wel gezondigd moet hebben. God beloont immers het goede gedrag van de mens en bestraft het kwade. Job betwist dat: hij verdient deze ellende niet, want hij is een vroom man en heeft altijd onberispelijk geleefd.

De discussies tussen Job en zijn vrienden worden omringd door een verhaal in proza. Daarin krijgt Satan, één van de hemelbewoners, toestemming van God om de vroomheid en rechtschapenheid van Job op de proef te stellen. Dat doet Satan door Job met rampspoed te overladen. Job blijft echter trouw aan God en wordt daarvoor beloond, zoals blijkt aan het slot van het boek.

Thema en kenmerken

De poëzie in het boek Job is van hoog niveau, met een aaneenschakeling van beelden, reeksen retorische vragen en mooie klankeffecten. De stijl van de prozahoofdstukken is vrij eenvoudig.

In de tekst spelen steeds tegenstellingen een rol, bijvoorbeeld:

  • licht tegenover duisternis
  • dood tegenover leven
  • menselijke onmacht tegenover goddelijke almacht
  • wijsheid tegenover onwetendheid
  • God tegenover Satan

Ook in de vorm van de tekst, in vraag en antwoord, argumenten en tegenargumenten, komen de tegenstellingen terug.

Plaats in de Bijbel

In veel bijbeluitgaven wordt Job, met onder andere Psalmen en Hooglied, tot de poëtische boeken gerekend. Sinds de Vulgata staat het boek in de meeste bijbeluitgaven voor de psalmen.

In de Hebreeuwse Bijbel hoort het boek Job bij de Geschriften.

Genre

Job behoort tot de zogeheten wijsheidsliteratuur, net als Spreuken en Prediker. Deze literatuur is waarschijnlijk ontstaan in de kringen van professionele schrijvers die in dienst waren van paleizen en tempels. Het doel ervan is de lezer of toehoorder kennis en moreel besef bij te brengen.

Datering

Het is moeilijk vast te stellen wanneer en door wie het boek Job is geschreven. Op grond van de thematiek en het taalgebruik wordt gedacht dat het boek zijn huidige vorm heeft gekregen tussen de vijfde en de tweede eeuw voor Christus.

Opbouw

Het hart van het boek wordt gevormd door 39 hoofdstukken poëzie, die omlijst worden door een verhaal.

Verhaal en poëzie

Het boek Job bestaat uit een reeks poëtische monologen en dialogen (Job 3:1-42:6) binnen het kader van een verhaal in proza (Job 1-2 en Job 42:7-17).

In het poëtische middendeel lijkt Job een ander karakter te hebben dan in het verhaal. In het verhalende gedeelte verdedigt Job God. Maar in de poëzie uit hij zich steeds opstandiger. Nu wordt God verdedigd door Jobs vrienden.

Indeling

Het boek kan in elf delen ingedeeld worden:

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Job 1
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons