Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Ezechiël (NBV)

Het boek dat naar de profeet Ezechiël is genoemd, is een profetisch geschrift over de ondergang en het herstel van Israël en Juda.

Titel van het boek

Het boek Ezechiël is genoemd naar een profeet die werkzaam was in Babylonië, dat in dit boek het ‘land van de Chaldeeën’ wordt genoemd. Volgens dateringen in de tekst (Ezechiël 1:2 en Ezechiël 29:17) was hij werkzaam tussen 593-571 voor Christus.
Ezechiël kwam uit een familie van priesters. Hij werd door Nebukadnessar gevangengenomen en naar Babylonië gebracht, samen met koning Jojachin. In Babylonië woonde Ezechiël bij het Kebarkanaal. Hij richtte zijn boodschap zowel tot de ballingen als tot degenen die in Juda achtergebleven waren.

Inhoud

Het boek Ezechiël gaat over de ondergang en het herstel van Israël en Juda. Het blikt terug en vooruit: naar het verleden van Israël, naar de komende val van Jeruzalem en naar de onzekere toekomst.
Het boek Ezechiël geeft allereerst een verklaring voor de ondergang van Juda en Jeruzalem en voor de ballingschap. Deze worden voorgesteld als een straf van God voor de zonden van het volk, vooral voor de verering van andere goden. De verklaring die het boek voor deze gebeurtenissen geeft, is bedoeld om de in Babylonië levende ballingen tot het inzicht te brengen dat God ‘niet zonder reden’ gehandeld heeft (Ezechiël 14:23).
Ezechiël veroordeelt niet alleen, maar biedt ook troost. Het boek gaat immers ook over de belofte van terugkeer naar het ‘land van Israël’ en het herstel van Juda en Israël in een nieuw koninkrijk onder (een afstammeling van) David. Dat zal gepaard gaan met de ondergang van Israëls vijanden.

Kenmerken

Typerend voor Ezechiël is het grote aantal vergelijkingen. Bekend zijn twee uitgewerkte allegorieën:

  • Ezechiël 16: God wordt beschreven als minnaar van het gepersonifieerde Jeruzalem. En Jeruzalem is dan zijn ontrouwe nymfomane minnares.
  • Ezechiël 23: De ontrouw van het volk wordt verbeeld in de ontrouw van de vrouwen Ohola en Oholiba. Ohola verwijst in deze vergelijking naar Samaria (en zo naar Israël), Oholiba verwijst naar Jeruzalem (en dus naar Juda).

Stijl

Ezechiël is een profetisch geschrift met veel verschillende literaire vormen. Het boek bevat vooral profetieën en visioenen, die ingebed zijn in een verhalend kader in de ik-vorm.
De klaagliederen, zoals in Ezechiël 19:1-14 en Ezechiël 27:1-28:19, worden als de poëtische hoogtepunten van het boek beschouwd. De stijl van het visioen van de nieuwe tempel in Ezechiël 40-48 is zakelijk en technisch.

Plaats in de Bijbel

Ezechiël maakt deel uit van de ‘grote profeten’. De drie profetenboeken Jesaja, Jeremia en Ezechiël worden zo genoemd vanwege hun omvang.
In de Bijbel is Ezechiël het laatste van deze drie boeken. Deze volgorde is bepaald door de tijdsaanduidingen die in de eerste verzen van deze boeken staan.

Datering

Het boek Ezechiël is waarschijnlijk geschreven in of na de Babylonische ballingschap.
De meeste wetenschappers menen dat de tekst in zijn huidige vorm na een proces van redactionele bewerkingen tot stand gekomen is. Maar het ontstaansproces van het boek Ezechiël is zeker minder lang en gecompliceerd dan dat van de boeken Jesaja en Jeremia.

Opbouw

In het boek Ezechiël zijn vijf delen te onderscheiden:

  • Ezechiël 1-5 bevat een inleidend roepingsvisioen, waarin Ezechiël de opdracht krijgt om te gaan profeteren.
  • Ezechiël 6-24 is een reeks beeldend geformuleerde profetieën over de schuld en de ondergang van Juda en Israël.
  • Ezechiël 25-32 bevat profetieën tegen de vijanden van Juda en Israël.
  • Ezechiël 33-39 spreekt over het herstel van Juda en Israël, onder andere in een visioen over doodsbeenderen die tot leven gewekt worden.
  • Ezechiël 40-48 geeft een gedetailleerd visioen over de toekomstige nieuwe tempel in Jeruzalem, over de eredienst zoals die daar gestalte zal krijgen, en over de indeling van het land.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons