Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie was Cyrus de Grote in de Bijbel?

Cyrus de Grote is de stichter van het Perzische rijk. Hij heerste over dit rijk van ongeveer 559 tot 530 voor Christus.
Cyrus stond toe dat de volken in zijn rijk hun eigen goden vereerden. Volgens de Bijbel gaf hij toestemming aan de Judese ballingen om naar hun land terug te keren en de tempel in Jeruzalem te herbouwen.

Koning van de Meden en de Perzen

Cyrus de Grote werd in 559 voor Christus koning van de Perzen. De Perzen waren lange tijd onderworpen aan de Meden en vormden twee verschillende rijken. Maar in 550 voor Christus lukte het Cyrus om de Meden en de Perzen te verenigen in één koninkrijk.
In de jaren daarna breidde Cyrus zijn rijk uit door nieuwe veroveringen. In 539 voor Christus veroverde hij Babel, de hoofdstad van het Babylonische rijk. Hij werd heerser over het Oude Nabije Oosten en grote delen van Azië.

Cyrus-cilinder

Cyrus voerde een tolerant beleid ten opzichte van de godsdiensten en gewoonten van de volken die hij veroverd had. De volken in zijn rijk mochten hun eigen goden blijven vereren. Dit blijkt ook uit een cilindervormig kleitablet dat bij opgravingen gevonden is (‘de Cyrus-cilinder’). Daarop staat dat Cyrus na zijn verovering van Babel de vrede herstelde, ballingen en vluchtelingen liet terugkeren, en de verwoeste heiligdommen in Babylonië liet herbouwen.

Edict van Cyrus

Deze beschrijving komt overeen met de dingen die over Cyrus in de Bijbel staan. In Ezra 1:1-7 en Ezra 6:3-5 wordt verwezen naar een schriftelijke verklaring van Cyrus, die meestal ‘het edict van Cyrus’ wordt genoemd. Hierin geeft Cyrus aan de Judese ballingen de opdracht om naar hun land terug te keren en de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Over dit edict is buiten de Bijbel niets bekend. Omdat de tweede tempel pas onder koning Darius I in de jaren 520 tot 515 voor Christus is gebouwd, is het niet zeker of het edict van Cyrus historisch betrouwbaar is.

Gezalfde van de HEER

Cyrus neemt in het Oude Testament een bijzondere plaats in. Andere buitenlandse overheersers worden vaak voorgesteld als instrumenten van God om het volk van Israël te straffen (zie bijvoorbeeld 2 Koningen 24:1-4). Cyrus daarentegen wordt beschreven als de bevrijder van de Judese ballingen.
Volgens Ezra 1:2 belijdt Cyrus dat hij zijn macht dankt aan ‘de HEER, de God van de hemel’. En in Jesaja 44:28 en Jesaja 45:1 wordt Cyrus ‘Gods herder’ en ‘gezalfde van de HEER’ genoemd.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons