Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Genesis (NBV)

Genesis is het eerste boek van de Pentateuch, de verzameling van vijf boeken die in de Joodse traditie de Tora genoemd wordt.

Genesis bevat het verhaal over het ontstaan van de wereld, de mensheid en Israël. Het grootste deel van het boek is gewijd aan de voorgeschiedenis van het volk van Israël.

Titel van het boek

Het boek Genesis dankt zijn naam aan titel van het boek in de Septuaginta. Het Griekse woord genesis betekent ‘ontstaan’, ‘oorsprong’, ‘wording’. De titel Genesis bevat een verwijzing naar de inhoud: het verhaal over het ontstaan van de wereld, de mensheid en Israël.

De titel in de Hebreeuwse Bijbel is Beresjiet, ‘In het begin’. Dat is het eerste woord van het boek.

Inhoud

Het boek Genesis maakt door middel van verhalen duidelijk dat:

  • er één God is;
  • de speciale band tussen deze God en zijn volk teruggaat tot oeroude tijden;
  • dat de God die met Abraham, Isaak en Jakob een verbond sluit, dezelfde is als de God die alles heeft geschapen.

Als een rode draad loopt door deze verhalen de toezegging van God dat hij Israël tot een groot volk zal maken en een eigen land zal geven.

Stijl

Het boek bevat vooral verhalen, maar ook geslachtsregisters, poëtische passages, zegenspreuken en vervloekingen. De verhalen worden op een levendige manier verteld, en de lezer kijkt met verschillende verhaalpersonages mee. De poëtische teksten worden gekenmerkt door een verheven stijl, bondigheid en grote zeggingskracht. De geslachtsregisters zijn zakelijk.

Datering

Het boek Genesis is het resultaat van een lang proces van overleveren en redigeren. Volgens de moderne opvatting is dit proces afgesloten tijdens de Babylonische ballingschap.

Traditionele datering

Vanaf de tijd van Ezra en Nehemia (rond 450 voor Christus) werden de boeken van de Pentateuch, waaronder Genesis, aan de bijbelse figuur Mozes toegeschreven. Daarom spreekt men ook wel van ‘de vijf boeken van Mozes’.

Moderne datering

Tegenwoordig nemen de meeste wetenschappers aan dat het boek Genesis in zijn huidige vorm het resultaat is van een langdurig proces van overleveren van oude tradities en het op schrift stellen daarvan. Gedurende dit proces werden dan de oudere teksten ook bewerkt en aangevuld met latere teksten. Het redactieproces zou begonnen zijn in de tijd van de koningen van Israël en Juda (ongeveer 1000-586 voor Christus) en afgesloten in de Joodse gemeenschap in de tijd van de tweede tempel (na 515 voor Christus).

Opbouw

In het boek Genesis zijn twee delen te onderscheiden:

De oergeschiedenis

In Genesis 1-11 wordt de oergeschiedenis van de wereld beschreven:

  • De eerste hoofdstukken bevatten verhalen over de schepping van hemel en aarde, over Adam en Eva in de tuin van Eden, en over Kaïn en Abel. De verhalen laten zien wie de mens is en waartoe hij in staat is.
  • Vervolgens wordt verteld hoe de wereld ten onder gaat door de grote vloed en hoe Noach met zijn gezin in de ark gered worden. De vloed is als een omkering van de schepping, maar God maakt een nieuw begin.
  • Door middel van een aantal geslachtsregisters in Genesis 45, 10 en 11 wordt de visie tot uitdrukking gebracht dat alle mensen Adam als gemeenschappelijke stamvader hebben.
  • De oergeschiedenis besluit met de torenbouw van Babel. Dit verhaal biedt een verklaring voor het feit dat de volken over de aarde zijn verspreid en verschillende talen spreken.

De voorgeschiedenis

In Genesis 11-50 worden de verhalen over de voorouders van Israël verteld in de vorm van één doorlopende familiegeschiedenis:

  • Eerst de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen, met de verhalen over Abraham en Sara (Genesis 11:27-25:18).
  • Vervolgens de geschiedenis van Isaak en zijn nakomelingen, met de verhalen over zijn zonen Jakob en Esau (Genesis 25:19-36:43).
  • Het laatste gedeelte van Genesis behandelt de geschiedenis van Jakob en zijn nakomelingen, met zijn zoon Jozef in de hoofdrol (Genesis 37:1-50:26).

Een belangrijk thema in deze verhalen is de belofte van nakomelingschap en de bedreiging daarvan door kinderloosheid. Opvallend is dat de belofte niet via de oudste zoon vervuld wordt (Genesis 21:2 en Genesis 27:1-45).

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Genesis 1
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons