Inleiding evangelie van Marcus (NBV)
Het Evangelie volgens Marcus is een verhaal over het leven van Jezus, vooral over zijn publieke optreden. Het evangelie wil de boodschap van Jezus doorgeven en roept ertoe op daarin te geloven.
Het Evangelie volgens Marcus is het oudste boek in het Nieuwe Testament dat de geschiedenis van Jezus van Nazaret
Thema
De belangrijkste boodschap van het boek is dat er met de komst van Jezus
Een belangrijk motief hierbij is de terugkerende vraag: wie is Jezus? Om die vraag te beantwoorden worden in Marcus verschillende aanduidingen voor Jezus gebruikt: Jezus is de Mensenzoon
Volgens de evangelist is de volledige betekenis van deze titels pas na Jezus’ kruisdood
Stijl en genre
Het woordgebruik en de zinsopbouw van het boek zijn eenvoudig. De scènes wisselen elkaar snel af.
Marcus heeft (nog overwegend mondelinge) overleveringen over Jezus geordend en geredigeerd, en omgevormd tot een doorgaande levensbeschrijving. Daarin wordt verteld over wonderen die Jezus deed en discussies die Hij voerde, en staan ook gelijkenissen opgeschreven die Hij vertelde en profetische uitspraken die Hij deed.
Het Evangelie volgens Marcus is het kortste van de vier evangeliën
Korte inhoud
Het boek begint met een proloog, waarin de lezer geïnformeerd wordt over Jezus
In het eerste deel van het evangelie komen vooral wonderen aan bod en de reacties van de mensen daarop.
In het tweede deel worden de verdere ontwikkelingen verteld vanuit het perspectief van het komende lijden van Jezus. De sectie Marcus 8:27-10:52
Het verhaal van het lege graf eindigt in een paradox: hoe kan het dat de evangelist het verhaal kent als de vrouwen niemand iets hebben gezegd? De lezers zullen zelf op zoek moeten gaan naar de verrezen Heer. De afsluitende reeks verschijningen (Marcus 16:9-20) is later aan het evangelie toegevoegd.
Opbouw
1:1-13 | Titel en proloog |
Eerste deel: | |
Tweede deel: | |
16:9-20 | Latere toevoeging met een afsluitende reeks verschijningen |
Het is moeilijk te bepalen wie het evangelie volgens Marcus heeft geschreven. Waarschijnlijk is het geschreven vlak na de val van Jeruzalem in 70 na Christus.
Auteur
Over degene die dit evangelie heeft geschreven, valt niets met zekerheid te zeggen.
Traditioneel schrijft men het evangelie toe aan Marcus. Deze informatie over de auteur is gebaseerd op andere Bijbelteksten (Handelingen 12:25; Handelingen 13:13; Kolossenzen 4:10; 2 Timoteüs 4:11; 1 Petrus 5:13) en op het getuigenis van Papias, bisschop van Hiërapolis in de tweede eeuw na Christus. Dit getuigenis is bewaard in de Historia Ecclesiastica (‘kerkgeschiedenis’) van Eusebius van Caesarea, die leefde van 260-340 na Christus.
Datering
Marcus is het oudste van de vier evangeliën.
Het is niet bekend waar dit evangelie is geschreven. Traditioneel werd Rome aangewezen, maar men denkt ook wel aan Palestina of Syrië. In elk geval moet het een omgeving geweest zijn waar joden en christenen steeds meer van elkaar gescheiden werden. Meestal wordt op basis van de rede over de eindtijd in Marcus 13 verondersteld dat het geschreven is kort na de inname van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel door de Romeinen in 70 na Christus.