23O, mochten mijn woorden worden opgeschreven,
vastgelegd in een inscriptie,
24met een ijzeren stift gegrift, met lood gevuld,
voor altijd in de rotsen uitgehouwen!
25Ik weet: mijn redder leeft,
en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen.
26Hoezeer mijn huid ook is geschonden,
toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen.
27Ik zal Hem aanschouwen,
ik zal Hem met eigen ogen zien, ik, geen ander,
heel mijn binnenste smacht van verlangen.