17Zie om naar uw dienaar – dan zal ik leven
en mij houden aan uw woord.
18Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien
hoe wonderlijk mooi uw wet is.
19Ik ben een vreemdeling op aarde,
verberg uw geboden niet voor mij.
20Mijn ziel kwijnt weg van verlangen
naar uw voorschriften, dag en nacht.
21U zult de hoogmoedigen straffen,
de vervloekten, die afdwalen van uw geboden.
22Neem spot en verachting van mij weg,
want ik heb uw richtlijnen gevolgd.
23Al spannen machtigen tegen mij samen,
uw dienaar blijft uw wetten overdenken.
24Uw richtlijnen verheugen mij,
ze geven mij goede raad.
*