Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

3e van de 40 dagen

Brieflezing

14Wij weten immers dat de wet het werk van de Geest is, maar door mijn aardse natuur ben ik overgeleverd aan de zonde. 15Ik begrijp zelf niet wat ik doe, want ik doe niet wat ik wil, ik doe juist wat ik haat. 16Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, erken ik dat de wet goed is. 17Dan ben ik het niet meer die handelt, maar de zonde die in mij woont. 18Immers, ik besef dat in mij, in mijn aardse natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. 19Want ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik. 20Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, ben ik daar niet meer zelf de oorzaak van, maar de zonde die in mij woont. 21Ik ontdek in mezelf dus de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen. 22Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, 23maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij, in heel mijn doen en laten, een gevangene van de wet van de zonde. 24Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? 25God zij gedankt, die ons redt door Jezus Christus, onze Heer. Want aan mezelf overgelaten onderwerp ik me weliswaar met mijn verstand aan de wet van God, maar door mijn aardse natuur onderwerp ik me aan de wet van de zonde.

Romeinen 7:14-25NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons