Dag 10 | Jezus, Simeon en Anna in de tempel
Bijbeltekst(en)
Lucas 2
De toewijding van Jezus in de tempel
Simeon en Anna ontmoeten Jezus en verkondigen zijn identiteit en betekenis. Zodra Simeon het kind en zijn ouders ziet, neemt hij het in zijn armen en zingt een loflied. Wat in deze scène geen commentaar krijgt, is dat het voor de ouders een nogal onverwachte, zo niet choquerende ervaring geweest moet zijn: een onbekende oude man die zomaar hun baby in z’n armen neemt! Simeons lofzang is de derde in Lucas 1-2, Maria en Zacharias gingen hem voor. Simeons loflied is wel korter en krachtiger dan de beide voorgangers en gaat van zijn eigen situatie uit: nu hij Gods heil gezien heeft, dat wil zeggen de Messias en daarmee Jezus die hij in zijn armen houdt, kan hij sterven (vers 29-30, zie vers 26).
Simeon legt een accent dat in de beide eerdere lofzangen niet zo benadrukt wordt, terwijl het voor de handeling van het Lucas-evangelie (en vooral ook voor deel twee van de hand van Lucas, de handelingen der apostelen) van groot belang zal zijn: de betekenis van Jezus gaat boven de bevrijding van Israël op zich uit, want Jezus zal zijn ‘een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk’ (vers 32). Waar het in de beide eerste lofliederen vooral om de verlossing van Israël gaat – en je je maar moet afvragen wat voor plek er voor de ‘heidenen’ overblijft! – heeft Jezus hier duidelijk ook een positieve betekenis voor andere volken dan het Joodse.
Simeon kent in Hanna een vrouwelijke parallel. Ook zij belichaamt het beste – met name: het meest Godgewijde – van Israël. Haar naam kan daar ook een uitdrukking van zijn (Hanna – chanan/chen – genade). Als weduwe hoort Hanna bij een kwetsbare groep in Israël, voor wie de Schrift steeds weer bijzondere aandacht vraagt, het soort groep dus waarvoor Jezus zich in het bijzonder zal inzetten. Naast oud en weduwe is Hanna ook vroom: ze is voortdurend in de tempel, vastend en biddend. Ook zij herkent in Jezus de Messias, dit blijkt tenminste uit Lucas’ samenvatting van haar woorden: ze ‘bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem’ (vers 38).
Woorden als ‘bevrijding’, ‘vertroosting’, ‘licht’ en ‘openbaring’ geven de betekenis van Jezus voor zowel Israël als de volken. Welke betekenis hebben deze woorden in het licht van het Lucas-evangelie? Welke betekenis zou je zelf aan ze geven?
Dit was de laatste aflevering van het leesplan over Verdiep-je-in-het-Kerstverhaal. Wij zouden het erg waarderen als je ons laat weten wat je er van vond
Wil je verder lezen? Misschien is dit wat voor je: