Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 10 | Jezus, Simeon en Anna in de tempel

Bijbeltekst(en)

Lucas 2

De toewijding van Jezus in de tempel

22Toen de tijd van hun onreinheid volgens de wet van Mozes ten einde was, brachten ze Hem naar Jeruzalem om Hem aan de Heer aan te bieden, 23zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’ 24Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.

25Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. 26Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien. 27Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, 28nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden:

29‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan,

zoals U hebt beloofd.

30Want met eigen ogen heb ik de redding gezien

31die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken:

32een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen

en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’

33Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd. 34Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël vanwege Hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat weersproken wordt, 35en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’

36Er was daar ook een profetes, Hanna, de dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; vanaf haar huwbare leeftijd had ze zeven jaar met haar man geleefd, 37en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe. Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden. 38Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem.

39Toen ze alles overeenkomstig de wet van de Heer hadden gedaan, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. 40Het kind groeide op, werd sterk en was vervuld van wijsheid; Gods genade rustte op Hem.

Lucas 2:22-40NBV21Open in de Bijbel

Simeon en Anna ontmoeten Jezus en verkondigen zijn identiteit en betekenis. Zodra Simeon het kind en zijn ouders ziet, neemt hij het in zijn armen en zingt een loflied. Wat in deze scène geen commentaar krijgt, is dat het voor de ouders een nogal onverwachte, zo niet choquerende ervaring geweest moet zijn: een onbekende oude man die zomaar hun baby in z’n armen neemt! Simeons lofzang is de derde in Lucas 1-2, Maria en Zacharias gingen hem voor. Simeons loflied is wel korter en krachtiger dan de beide voorgangers en gaat van zijn eigen situatie uit: nu hij Gods heil gezien heeft, dat wil zeggen de Messias en daarmee Jezus die hij in zijn armen houdt, kan hij sterven (vers 29-30, zie vers 26).

Simeon legt een accent dat in de beide eerdere lofzangen niet zo benadrukt wordt, terwijl het voor de handeling van het Lucas-evangelie (en vooral ook voor deel twee van de hand van Lucas, de handelingen der apostelen) van groot belang zal zijn: de betekenis van Jezus gaat boven de bevrijding van Israël op zich uit, want Jezus zal zijn ‘een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk’ (vers 32). Waar het in de beide eerste lofliederen vooral om de verlossing van Israël gaat – en je je maar moet afvragen wat voor plek er voor de ‘heidenen’ overblijft! – heeft Jezus hier duidelijk ook een positieve betekenis voor andere volken dan het Joodse.

Simeon kent in Hanna een vrouwelijke parallel. Ook zij belichaamt het beste – met name: het meest Godgewijde – van Israël. Haar naam kan daar ook een uitdrukking van zijn (Hanna – chanan/chen – genade). Als weduwe hoort Hanna bij een kwetsbare groep in Israël, voor wie de Schrift steeds weer bijzondere aandacht vraagt, het soort groep dus waarvoor Jezus zich in het bijzonder zal inzetten. Naast oud en weduwe is Hanna ook vroom: ze is voortdurend in de tempel, vastend en biddend. Ook zij herkent in Jezus de Messias, dit blijkt tenminste uit Lucas’ samenvatting van haar woorden: ze ‘bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem’ (vers 38).

Woorden als ‘bevrijding’, ‘vertroosting’, ‘licht’ en ‘openbaring’ geven de betekenis van Jezus voor zowel Israël als de volken. Welke betekenis hebben deze woorden in het licht van het Lucas-evangelie? Welke betekenis zou je zelf aan ze geven?

Dit was de laatste aflevering van het leesplan over Verdiep-je-in-het-Kerstverhaal. Wij zouden het erg waarderen als je ons laat weten wat je er van vond.
Wil je verder lezen? Misschien is dit wat voor je:

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons