8/10 - Leven vanuit vertrouwen
Bijbeltekst(en)
Matteüs 6
Jezus geeft een uitdagende opdracht mee: zijn leerlingen mogen geen aardse schatten verzamelen. Maar hoe komen ze dan aan eten, drinken en kleren? Hebben ze daar straks wel genoeg van? Er kunnen dus best wat zorgen opkomen bij het uitvoeren van deze opdracht. Vandaar dat Jezus dit aanvult met een bemoediging dat God voor zijn kinderen zorgt.
Jezus begint niet een theologische discussie over hoe en waarom God dit doet. Nee, Hij wijst hen op wat ze voor zich zien – vogels en lelies – en Hij relativeert hun zorgen.
Jezus zegt ook dat zijn leerlingen zich niet moeten afvragen wat ze zullen eten, drinken of hoe ze zich moeten kleden. Maar iedereen heeft toch eten, drinken en kleding nodig? Natuurlijk, maar er is wel een verschil in prioriteit (‘eerst’) en in houding: zoeken en ontvangen tegenover najagen en verkrijgen.
Kortom, als de leerlingen gehoor durven te geven aan de opdracht van Jezus om zich geen zorgen te maken, dan gaan ze anders leven. Ze leven dan van dag tot dag (in het moment). Onrust en zorgen maken plaats voor rust, omdat ze beseffen dat God zelf voor hen zorgt. Jezus bemoedigt zijn leerlingen daar ook mee: ‘Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.’ Maar dat moet niet het vertrekpunt zijn: God en zijn nieuwe wereld zijn het vertrekpunt, God die je vraagt het goede te doen. Als je je richt op deze God, dan leer je leven vanuit het vertrouwen dat God ook wel voor de rest zal zorgen.
‘Maak je geen zorgen’ is makkelijker gezegd dan gedaan. Wat helpt jou hierbij?