Sta op
Bijbeltekst(en)
Marcus 2
Jezus’ gezag betwist
‘Ik zeg u, sta op, pak uw mat en ga naar huis.’ Marcus 2:11
Eerder in het verhaal heeft Jezus de zonden van de verlamde man vergeven. De man heeft daar niet om gevraagd. Pas daarna volgt zijn lichamelijke genezing met de genezende woorden: ‘Sta op.’ Met de hulp van zijn vrienden daalt de lamme man letterlijk van boven naar beneden af. Ook Jezus moet naar beneden kijken om hem te zien. Dat toont aan dat Jezus in de eerste plaats oog heeft voor de concrete mens in het hier en nu. Eerst moet de zonde, de innerlijke blokkade of verlamming, opgeheven zijn en dan pas volgt de lichamelijke genezing. De wetten en afspraken waar de schriftgeleerden veel belang aan hechten, staan dus op de tweede plaats.
De man staat op en staat niet langer aan de rand van de maatschappij. Hij leeft weer voluit. Het is alsof hij verrijst. En de hele verzamelde menigte is getuige, inclusief zijn vier vrienden en de schriftgeleerden.
Jezus roept ons op om hetzelfde te doen en aandacht te hebben voor de mensen rondom ons. Mensen hebben mensen nodig. We mogen elkaar niet opgeven, maar moeten steeds opnieuw kansen scheppen om anderen te ondersteunen en sterker te maken.
Jezus biedt hulp aan waar de man niet om had gevraagd. Hoe makkelijk – of moeilijk – vind jij het om hulp waar je niet om had gevraagd aan te nemen?