Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Geen doorkomen aan

Bijbeltekst(en)

Marcus 2

Jezus’ gezag betwist

1Toen Hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd het bekend dat Hij weer thuis was. 2Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en Hij verkondigde hun Gods boodschap. 3Er werd ook een verlamde naar Hem toe gebracht, die door vier mensen gedragen werd. 4Omdat ze door de menigte niet bij Jezus konden komen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Hij was. En toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn slaapmat naar beneden zakken. 5Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: ‘Mijn kind, uw zonden zijn u vergeven.’

6Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7Hoe durft Hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit! Wie kan zonden vergeven dan God alleen? 8Jezus wist meteen wat ze dachten en dus zei Hij: ‘Waarom denkt u zoiets? 9Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden zijn u vergeven” of: “Sta op, pak uw mat en loop”? 10Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei Hij tegen de verlamde: 11‘Ik zeg u, sta op, pak uw mat en ga naar huis.’ 12Meteen stond hij op, pakte zijn mat en ging weg. Alle mensen zagen het; ze stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.

Marcus 2:1-12NBV21Open in de Bijbel

Omdat ze door de menigte niet bij Jezus konden komen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Hij was. Marcus 2:4a

Waar Jezus komt, brengt Hij een grote massa samen, waar geen doorkomen aan is. De menigte is als een muur van mensen en verspert de lamme letterlijk de weg.

Het was in die tijd gangbaar om ziekte en zonde bijna vanzelfsprekend met elkaar in verband te brengen. Vandaag de dag is dat veel minder het geval. Toch zijn er nog altijd verlamden in onze maatschappij, die veroordeeld zijn tot de marge en niet meetellen.

Je kunt op velerlei manieren verlamd zijn, niet alleen fysiek, maar ook geestelijk. Denk maar aan innerlijke blokkades als depressie, angst, rouw, wanhoop of moedeloosheid. Hebben wij oog voor de verlamden in onze omgeving? Misschien zijn we zelf soms verlamd?

In het verhaal zijn het de vier vrienden die met een verrassende oplossing op de proppen komen, zodat de lamme Jezus toch kan ontmoeten. Zij maken als dragers een bres in het dak en laten hun vriend afdalen om dicht bij Jezus te zijn. Bovendien geven ze hem op die manier een plek in de mensenmassa. Zij leggen zich niet neer bij de situatie, zij laten zich niet verlammen.

Gaan wij zelf actief op zoek naar manieren om verlamden toch te laten meetellen? Durven wij hen te ontmoeten en hun dragers te worden? En als we zelf verlamd zijn: wie mag onze drager zijn?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons