Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Vrijdag 15 maart

Bijbeltekst(en)

Genezing in Kana

43Na die twee dagen trok Jezus verder naar Galilea, 44want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet wordt erkend. 45Toen Hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen Hem gastvrij omdat ze hadden gezien wat Hij op het feest in Jeruzalem allemaal had gedaan; daar waren ze zelf bij geweest. 46Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar Hij van water wijn had gemaakt.

Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was. 47Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar Hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. 48Jezus zei tegen hem: ‘Jullie geloven alleen maar als je tekenen en wonderen ziet!’ 49Maar de hoveling drong aan: ‘Heer, ga toch mee, voordat mijn kind sterft.’ 50‘Ga maar naar huis,’ zei Jezus, ‘uw zoon leeft.’ De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. 51En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. 52Hij vroeg hun sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: ‘Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.’ 53De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Uw zoon leeft.’ Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. 54Dit deed Jezus toen Hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede teken.

Genezing in het bad van Betzata

1Daarna was er een Joods feest, en Jezus ging naar Jeruzalem. 2In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. 3Daar lag een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden. 5Er was ook iemand bij die al achtendertig jaar ziek was. 6Jezus zag hem liggen; Hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: ‘Wilt u gezond worden?’ 7De zieke antwoordde: ‘Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.’ 8Jezus zei: ‘Sta op, pak uw mat op en loop.’ 9En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Nu was het die dag sabbat. 10De Joden zeiden dan ook tegen de man die genezen was: ‘Het is sabbat, het is niet toegestaan een slaapmat te dragen!’ 11Maar hij zei tegen hen: ‘Degene die mij genezen heeft, zei tegen mij: “Pak uw mat op en loop.”’ 12‘Wie zei dat tegen u?’ vroegen ze. 13Maar de man die genezen was kon niet zeggen wie het was, want Jezus was al verdwenen omdat daar zoveel mensen waren.

14Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei Hij tegen hem: ‘U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u iets ergers overkomen.’ 15De man ging aan de Joden vertellen dat het Jezus was die hem gezond gemaakt had. 16Het was omdat Jezus zulke dingen deed op sabbat, dat de Joden Hem wilden vervolgen. 17Maar Jezus zei: ‘Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe Ik dat ook.’ 18Dat was voor de Joden een reden te meer om Hem te willen doden, want niet alleen ondermijnde Hij de sabbat, maar bovendien noemde Hij God zijn eigen Vader, en stelde zichzelf zo aan God gelijk.

19Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, de Zoon kan niets uit zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. 20De Vader heeft de Zoon immers lief en laat Hem alles zien wat Hij doet. Hij zal Hem nog grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan! 21Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. 22De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar Hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd. 23Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.

Johannes 4:43-5:23NBV21Open in de Bijbel

Doordat Jezus mensen op een wonderbaarlijke manier geneest, trekt hij de aandacht. Als Jezus uitlegt waarom hij ook op de sabbat werkt, noemt hij God ‘mijn Vader’. Volgens sommige toehoorders zegt Jezus daarmee dat hij gelijk is aan God, en dat keuren ze af. Maar daar trekt Jezus zich niets van aan. Hij noemt zichzelf ‘de Zoon’. Zo laat hij duidelijk zien hoe intiem de band is tussen God en hem. En daar laat Jezus het niet bij. Hij zegt dat hij niets uit zichzelf kan doen, maar dat hij alleen kan doen wat hij de Vader ziet doen (vers 19). Door deze woorden van Jezus wordt nog eens extra duidelijk dat een keuze voor Jezus, een keuze voor God is. Want Jezus weet precies wat God wil, doet precies wat God wil en verdient dan ook de eer waar God recht op heeft.

Hoe is of was de band tussen u en uw ouders?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons