Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

24. Johannes 12:24: Versterven om te kunnen bloeien

Bijbeltekst(en)

Johannes 12

24Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort.

Johannes 12:24NBV21Open in de Bijbel

Wanneer Jezus over zijn naderende dood en opstanding spreekt, gebruikt Hij het beeld van de graankorrel. Een zaadje dat in de donkere aarde valt om weer tot bloei te kunnen komen. Steeds ervaar ik deze woorden van het Johannes-evangelie als een hoopvol beeld voor menselijke groei. Het zien van een kiempje geeft mij hoop, want wat heeft ontkiemend leven een grote kracht! Onder de grond, in de koude, donkere aarde, begint het geheim van nieuw ontluikend leven. Het is het wonder van het kiemen: langzaam barst het zaadje open en begint het plantje te groeien, totdat het dwars door de aarde heen breekt. Maar van het zaadje zelf blijft niet veel over. Het beeld van de graankorrel gaat ook over mislukken, over jezelf verliezen. Om te kunnen groeien moet je ook durven loslaten, de keuze maken om los te breken uit wat versterft in jezelf. Kiemen is loslaten, langzaam uit je schulp kruipen, en zoeken naar ruimte en licht, om weer tot bloei te kunnen komen. Ook in ons moet er soms een zaadje breken, zodat wij weer opengaan. Dat proces van versterven, breken en opengaan  gaat niet vanzelf. Het vraagt grote inzet. ‘Wie zijn leven liefheeft verliest het,’ zegt Jezus (Johannes 12:25). Wie echt wil leven, moet versterven aan zichzelf. Ontgroeid aan onze eigen pijn, worden we opnieuw geboren, en kunnen we de vruchten dragen van de liefde. (JDP)

Vraag: Wat denk jij dat Jezus bedoelde met: ‘Wie zijn leven liefheeft verliest het’?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons