Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

22. Marcus 1:13: In vrede met dieren

Bijbeltekst(en)

Marcus 1

13Veertig dagen bleef Hij in de woestijn, waar Hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen dienden Hem.

Marcus 1:13NBV21Open in de Bijbel

Ook Matteüs en Lucas vertellen over dit verblijf van Jezus in de woestijn. Maar Marcus vertelt er iets bij wat de anderen niet noemen: ‘Hij leefde er te midden van de wilde dieren.’ Ook mogelijk is de vertaling: ‘met de wilde dieren.’

De woestijn van Judea is een rotsig gebied, waar maar zelden regen valt. Begroeiing is er schaars. Wat struiken, heel af en toe een boom. Alleen in het vroege voorjaar ligt er soms een groen waas over de heuvels. Er zijn dieren die juist in zo’n omgeving kunnen leven. Slangen en schorpioenen bijvoorbeeld. In Jezus’ tijd leefden er meer soorten dan in onze tijd. Er waren toen nog wilde ezels, struisvogels en verschillende soorten antilopen. De afgelopen anderhalve eeuw zijn die door menselijk toedoen verdwenen.

Er staat niet dat Jezus bedreigd werd door de dieren. Zelfs niet door de slangen en de schorpioenen. Hij leeft samen met de dieren. Dat doet denken aan het visioen van Jesaja 11:

‘Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer.’ Bij het koninkrijk van God horen ook de dieren in het wild, zelfs de gevaarlijke. Net als Daniël in de leeuwenkuil is Jezus niet bang voor dieren, en zij zijn niet bang of bedreigend voor Hem. Later zal hetzelfde verteld worden over Franciscus van Assisi, die preekte voor de vogels en de vissen, en vrede sloot met een wolf. (TvM)

Vraag: Hoe zie jij de plaats van dieren in het koninkrijk van God?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons