Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Nehemia verschaft de armen recht

Bijbeltekst(en)

Het goede bestuur van Nehemia

1De bevolking, met inbegrip van de vrouwen, beklaagde zich luid over een aantal Joodse volksgenoten. 2Sommigen zeiden: ‘We hebben veel zonen en dochters, en daarom willen we graan! We moeten eten, anders gaan we dood!’ 3Anderen zeiden: ‘We hebben onze akkers, wijngaarden en huizen in onderpand gegeven om graan te kunnen kopen nu er honger heerst.’ 4Weer anderen zeiden: ‘We hebben onze akkers en wijngaarden moeten belenen om de belasting aan de koning te kunnen betalen. 5En nu onze akkers en wijngaarden in het bezit van anderen zijn, moeten we onze zonen en dochters als slaaf verkopen. Sommige van onze dochters zijn al slavin. Wij staan machteloos! Maar we zijn toch van hetzelfde vlees en bloed als onze volksgenoten, onze kinderen zijn toch niet minder dan die van hen!’

6Ik werd woedend toen ik hun klachten en de aangedragen feiten hoorde. 7Ik ging bij mezelf te rade en besloot de vooraanstaande burgers en de bestuurders ter verantwoording te roepen. Ik verweet hun dat zij rente van hun volksgenoten verlangden. In een grote vergadering die ik met het oog op hun gedrag bijeen had geroepen, 8zei ik tegen hen: ‘Voor zover het ons mogelijk was hebben wij de Joodse volksgenoten die zich aan vreemden hadden moeten verkopen, teruggekocht. En nu moeten we zelfs volksgenoten vrijkopen die door u worden verkocht!’ Ze zwegen, ze wisten niet wat ze moesten zeggen. 9Ik vervolgde: ‘Wat u doet, is niet goed. Heb toch, bij alles wat u doet, ontzag voor onze God, anders haalt u zich de hoon van de vijandelijke volken op de hals! 10Ook ik, mijn broers en mijn mannen hebben geld en graan uitgeleend. Laten we nu deze schuld kwijtschelden! 11Geef onze volksgenoten daarom vandaag nog hun akkers terug, hun wijngaarden, olijfbomen en huizen, en scheld de rente kwijt van het geld en het graan, de wijn en de olie die u aan hen hebt geleend.’ 12Toen zeiden ze: ‘We zullen alles teruggeven en niets vorderen. We zullen doen wat u zegt,’ en in aanwezigheid van de priesters die ik had laten komen, liet ik hen zweren dat ze woord zouden houden. 13Vervolgens schudde ik de plooi van mijn mantel uit en zei: ‘Zo zal God iedereen uitschudden die zich niet aan deze afspraak houdt. Uitgeschud en berooid zal hij zijn, zonder huis of have.’ Alle aanwezigen riepen: ‘Amen,’ en ze loofden de HEER. Iedereen kwam zijn belofte na.

Nehemia 5:1-13NBV21Open in de Bijbel

Nehemia wordt woedend als hij de klachten van het volk hoort: armoede, slavernij, zelfs verkrachting. Er is veel mis! Kun jij ook zo woedend worden om oneerlijke situaties? Wat doe je met die woede?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.10
Volg ons