Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Hoe moet je dan wel leven?

Bijbeltekst(en)

Vasten en sabbat

1Roep luidkeels, zonder je in te houden,

verhef je stem als een ramshoorn.

Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend,

aan het volk van Jakob zijn zonden.

2Zeker, ze zoeken Mij dag aan dag,

vol verlangen om mijn wegen te kennen,

zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft

en het recht van zijn goden niet verzaakt.

En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften

en verlangen naar Gods nabijheid.

3‘Waarom ziet U niet dat wij vasten,

en merkt U niet op dat wij ons onthouden?’

Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven

en jullie arbeiders afbeulen,

4omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën

en er gewelddadig op los slaan.

Als je op die manier vast,

wordt je stem niet gehoord in de hemel.

5Zou dat het vasten zijn dat Ik verkies?

Is dat een dag van onthouding:

dat iemand het hoofd buigt als een riet

en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof?

Noemen jullie dat soms vasten,

is dat een dag die de HEER behaagt?

6Is dit niet het vasten dat Ik verkies:

misdadige ketenen losmaken,

de banden van het juk ontbinden,

de verdrukten bevrijden,

en ieder juk breken?

7Is het niet: je brood delen met de hongerige,

onderdak bieden aan armen zonder huis,

iemand kleden die naakt is,

je bekommeren om je medemensen?

8Dan breekt je licht door als de dageraad,

je zult spoedig herstellen.

Je gerechtigheid gaat voor je uit,

de majesteit van de HEER vormt je achterhoede.

9Dan geeft de HEER antwoord als je roept;

als je om hulp schreeuwt, zegt Hij: ‘Hier ben Ik.’

Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant,

de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij,

10wanneer je de hongerige schenkt

wat je zelf nodig hebt

en de verdrukte gul onthaalt,

dan zal je licht in het donker schijnen,

je duisternis wordt als het licht van het middaguur.

11De HEER zal je voortdurend leiden,

Hij zal je verkwikken in dorre streken,

Hij maakt je botten sterk en krachtig.

Je zult zijn als een goed bevloeide tuin,

als een bron waarvan het water nooit opdroogt.

12Je eigen mensen zullen weer opbouwen

wat al eeuwenlang verwoest ligt;

fundamenten, door vroegere generaties gelegd,

zullen weer worden hersteld.

Dan zal men je noemen

Hersteller van muren, Herbouwer van straten.

Jesaja 58:1-12NBV21Open in de Bijbel

God zegt tegen de Israëlieten dat ze goed voor elkaar moeten zorgen. Dan pas zullen ze echt gelukkig zijn. Ze vasten wel, maar dat heeft helemaal geen zin als ze niet goed voor elkaar zijn.
Op welke manier zorg jij voor anderen? En wie zorgt er voor jou?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons