Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Troost en hoop

Bijbeltekst(en)

Jeremia 31

15Dit zegt de HEER:

Hoor, in Rama klinkt een klacht, bitter geween.

Rachel beweent haar zonen,

zij wil niet worden getroost.

Haar kinderen zijn er niet meer.

16Maar dit zegt de HEER:

Huil niet langer, droog je tranen.

Je zorg voor hen wordt nu beloond

– spreekt de HEER.

Ze keren terug uit het land van de vijand.

17Je hebt een hoopvolle toekomst,

je kinderen keren naar hun eigen land terug

– spreekt de HEER.

Jeremia 31:15-17NBV21Open in de Bijbel

In het Bijbelboek Jeremia kondigt de profeet Jeremia onheil aan voor het volk van God: ze zullen als ballingen weggevoerd worden naar Babylonië. Toch is er ook hoop. Jeremia verwijst naar Rachel, de vrouw van Jakob en de moeder van Jozef en Benjamin. Zij overleed toen Benjamin geboren werd (Genesis 35:16-20). Hier wordt ze, honderden jaren later, weer ten tonele gevoerd. Zij weent om haar verre nageslacht, het volk van God. Maar God is een troostende God. Hij troost Rachel en haar kinderen en biedt hun een hoopvolle toekomst. Zo biedt God perspectief te midden van geweld en lijden. Ook vandaag is dat nog relevant. Ook nu nog hebben we Gods troost en hoop nodig.

In de Bijbel lees je dat veel mensen uit het volk van God zijn omgekomen door onderdrukking en oorlogsgeweld. Daar is veel verdriet om. God geeft hier erkenning van dat verdriet, en troost. God laat zich zien als een God die heel dichtbij komt.

Wat betekent dat voor jouw geloofsleven?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons