Troost voor de treurenden
14Toen werd er gezegd:
‘Ruim baan! Effen de weg voor mijn volk!
Verwijder elk struikelblok.’
15Dit zegt Hij die hoog is en verheven,
die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam:
In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen
met hen die gebroken zijn en nederig van geest,
opdat de nederige geest herleeft,
opdat het verbrijzelde hart tot leven komt.
16Want niet eindeloos blijf Ik twisten,
niet eeuwig duurt mijn toorn.
Anders zou hun geest voor Mij bezwijken,
de levensadem die Ik hun gegeven heb.
17Mijn toorn was op hun zondige hebzucht gericht,
Ik heb hen geslagen en me in mijn woede verborgen.
Maar zij gingen onverdroten voort
op de weg die ze zelf hadden gekozen.
18-19Ik heb gezien wat ze deden,
maar toch zal Ik hen genezen, hen leiden
en hun vertroosting schenken.
Treurenden leg Ik een lofzang op de lippen:
Vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij
– zegt de HEER –, Ik zal genezing brengen.
20Maar de goddelozen blijven onrustig
als de zee, die nooit rust kent;
haar golven woelen vuil en modder op.
21Goddelozen zullen geen vrede kennen – zegt mijn God.