Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

29 december - Numeri 22:2-20

Bijbeltekst(en)

Matteüs 22

2‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. 3Hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft bijeen te roepen, maar die wilden niet komen. 4Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb het feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’” 5Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. 6De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. 7De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. 8Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de genodigden waren het niet waard. 9Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.” 10De dienaren gingen de straat op en brachten alle mensen die ze tegenkwamen bijeen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. 11Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die geen bruiloftskleed droeg, 12en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. 13Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind hem aan handen en voeten en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.” 14Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.’

Debat met farizeeën, herodianen en sadduceeën

15Nu trokken de farizeeën zich terug om te overleggen hoe ze Hem met een uitspraak in de val konden lokken. 16Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar Hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat U oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. U trekt u niets aan van het oordeel van anderen, want U ziet niemand naar de ogen. 17Zeg ons daarom wat U vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’ 18Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: ‘Waarom stelt u Me op de proef, huichelaars? 19Laat Me eens een belastingmunt zien.’ Ze reikten Hem een denarie aan. 20Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’

Matteüs 22:2-20NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons