1Een pelgrimslied van David.
Was de HEER niet voor ons geweest,
– Israël, blijf het herhalen –
2was de HEER niet voor ons geweest
toen de mensen zich tegen ons keerden,
3ze hadden ons levend verslonden,
zo hevig was hun woede.
4Dan had het water ons meegesleurd,
de stroom ons overspoeld,
5wij zouden zijn overspoeld
door het ziedende water.
6Geprezen zij de HEER, die ons niet
ten prooi gaf aan hun tanden:
7wij zijn als een vogel ontsnapt
uit het net van de vogelvangers,
het net is gescheurd en wij,
wij zijn ontkomen.
8Onze hulp is in de naam van de HEER,
die hemel en aarde gemaakt heeft.