Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

28 september - Lucas 16:19-31

Bijbeltekst(en)

Lucas 16

19Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. 20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’

Lucas 16:19-31NBV21Open in de Bijbel

Het contrast tussen de arme Lazarus en de rijke man kan bijna niet groter. Maar in het dodenrijk zijn de rollen omgedraaid. De rijke wil zijn broers laten waarschuwen. Maar Jezus maakt duidelijk dat ze al lang ‘gewaarschuwd’ zijn. In de verzen hiervoor (vers 16-17) zegt Jezus dat de wet altijd hetzelfde is en blijft. De rijke en zijn broers kennen de wet van Mozes. En een van de belangrijkste dingen is dat rijken verantwoordelijk zijn voor de armen. Als de rijke en zijn broers daar niet naar luisteren, dan luisteren ze ook niet naar iemand die is opgestaan uit de dood.
Zou je ook wel eens een wake-upcall willen? Of weet je eigenlijk prima hoe je zou moeten leven?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons