22Felix, die goed bekend was met alles wat op de Weg betrekking had, verdaagde daarop de zitting en zei: ‘Zodra Lysias, de tribuun, is aangekomen zal ik in uw zaak uitspraak doen.’ 23Hij gaf de centurio opdracht Paulus in hechtenis te houden, maar onder een mild regime, en gelastte dat niemand uit zijn kring verhinderd mocht worden voor hem te zorgen.
24Enkele dagen later ging Felix samen met zijn vrouw Drusilla, die een Jodin was, naar de gevangenis. Hij liet Paulus halen om te horen wat hij over het geloof in Christus Jezus te zeggen had. 25Maar toen Paulus sprak over gerechtigheid en zelfbeheersing en over het komende oordeel van God werd Felix bang en zei: ‘Voorlopig kunt u gaan. Wanneer ik in de gelegenheid ben, zal ik u weer laten roepen.’ 26Maar intussen hoopte hij dat Paulus hem geld zou aanbieden; daarom liet hij hem telkens weer komen voor een gesprek. 27Toen er twee jaren verstreken waren, werd Felix opgevolgd door Porcius Festus. Om de Joden ter wille te zijn, liet hij Paulus in gevangenschap achter.