Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

23 december - Jesaja 8:11-23a

Bijbeltekst(en)

Jesaja 8

11Toen greep de HEER mij bij de hand en hield me voor dat ik niet de weg van dit volk moest gaan. Hij zei: 12‘Noem niet alles een samenzwering wat zij een samenzwering noemen. Wees niet bang voor wat hun angst aanjaagt, heb er geen ontzag voor. 13Alleen de HEER van de hemelse machten is heilig, voor Hem zijn angst en ontzag op hun plaats. 14Hij zal een heiligdom zijn, maar ook de steen waaraan men zich stoot, de rots waarover de twee koningshuizen van Israël struikelen, de valstrik en het net waarin de inwoners van Jeruzalem verstrikt raken. 15Velen zullen struikelen, ze komen ten val en worden vermorzeld, raken verstrikt en worden gevangen.’

16Ik zal mijn getuigenis zorgvuldig bewaren, dit onderricht in mijn leerlingen verzegelen. 17Ik zal wachten op de HEER, hoewel Hij zich van het volk van Jakob heeft afgewend; ik heb mijn hoop op Hem gevestigd. 18Ik ben, met de kinderen die de HEER mij heeft gegeven, een teken voor Israël, een zinnebeeld van de HEER van de hemelse machten, die op de Sion woont.

19Wanneer men jullie vraagt om de geesten van doden te raadplegen en te luisteren naar het gefluister en gemompel van schimmen – elk volk raadpleegt toch zijn goden en vraagt de doden om raad voor de levenden? –, 20ga dan alleen af op dit onderricht, op mijn getuigenis. Want de woorden van schimmen kunnen het kwaad niet bezweren.

21Moedeloos en hongerig zullen de mensen door het land zwerven. Ze zullen honger lijden en in hun woede de koning en hun God vervloeken. Ze kijken omhoog 22of staren naar de grond, maar overal heerst verstikkende duisternis; donker en somber is het, nacht overal. 23En wie daardoor omsloten wordt, zal niet ontkomen.

Licht in de duisternis

Zoals het land van Zebulon en Naftali

in het verleden smadelijk bejegend is,

zo wordt weldra eer bewezen aan de kuststreek,

het land aan de overkant van de Jordaan

en het domein van andere volken.

Jesaja 8:11-23NBV21Open in de Bijbel

Eerder moest koning Achaz van Jesaja om een teken van God vragen (Jesaja 7:11-17). Nu zegt Jesaja dat hijzelf en zijn kinderen (met de bijzondere symbolische namen) een teken van God zijn. Als de mensen naar hem kijken, zien ze wat God wil. Zijn waarschuwingen helpen mensen om God te zien zoals Hij is: heilig, ontzagwekkend, machtig en trouw. Jesaja wil door deze lessen door te geven het verschil maken.
Wat zien de mensen als ze naar jou kijken? En hoe kun jij een teken van God worden?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons