Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Volg de ster – Josia | 22 december 2019

Bijbeltekst(en)

Josia, koning van Juda

1Josia was acht jaar oud toen hij koning werd. Eenendertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jedida, de dochter van Adaja, uit Boskat. 2Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER: hij volgde het voorbeeld van zijn voorvader David en week daar op geen enkele manier van af.

2 Koningen 22:1-2NBV21Open in de Bijbel

11Bij het horen van de tekst van het wetboek scheurde de koning zijn kleren. 12Hij beval de hogepriester Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan en zijn persoonlijke dienaar Asaja: 13‘Ga ter wille van mij en heel het volk van Juda de HEER raadplegen over de inhoud van deze boekrol, die we gevonden hebben, want het kan niet anders of de HEER is in hevige woede ontstoken omdat onze voorouders zich niet hebben gehouden aan wat er in dit boek staat en niet hebben gedaan wat ons is voorgeschreven.’

2 Koningen 22:11-13NBV21Open in de Bijbel
Maatregelen tegen de afgodendienst

1De koning ontbood de oudsten van Juda en Jeruzalem. 2Met alle inwoners van Juda en Jeruzalem, de priesters en de profeten, kortom de hele bevolking, van hoog tot laag, begaf hij zich naar de tempel van de HEER. Daar las hij hun de hele tekst voor van het verbondsboek dat in de tempel was gevonden. 3Staande op het podium bekrachtigde hij ten overstaan van de HEER het verbond. Hij beloofde dat ze de HEER zouden volgen en zich geheel en al zouden houden aan zijn geboden, voorschriften en bepalingen, om zo het verbond dat in deze boekrol was vastgelegd met hart en ziel na te leven. Heel het volk trad toe tot dit verbond.

2 Koningen 23:1-3NBV21Open in de Bijbel

5Hij ontsloeg de afgodspriesters die door de koningen van Juda waren aangesteld om offers te ontsteken op de offerplaatsen in de steden van Juda en in de omgeving van Jeruzalem, en stuurde de priesters weg die offers ontstaken voor Baäl en voor de zon, de maan en de sterren, voor alle hemellichamen.

2 Koningen 23:5NBV21Open in de Bijbel

Josia wordt koning als hij nog maar acht jaar oud is, nadat zijn vader door zijn eigen dienaren is vermoord. De naam Josia betekent: De Heer helpt.
Josia treedt in de voetstappen van zijn overgrootvader Hizkia en zijn voorvader David. Deze drie koningen worden door de schrijvers van het boek Koningen gezien als de beste koningen die ooit over Juda hebben geregeerd. Alle drie zorgen ze er tijdens hun regering voor dat het volk alleen de God van Israël vereert.
Anders dan bij David leggen de schrijvers van het Nieuwe Testament geen direct verband tussen Jezus en Josia. Toch kun je overeenkomsten ontdekken. Net als Jezus dat later zou doen, treedt Josia op tegen alles wat het vereren van God in de weg staat – denk bijvoorbeeld aan de manier waarop Jezus de handelaren uit de tempel verdrijft. Net als Jezus herinnert Josia het volk eraan wie God eigenlijk is: de God die het volk uit Egypte bevrijd heeft, en die zich ook nu nog als bevrijder wil laten zien. Ook in de rol die Josia op zich neemt als bemiddelaar tussen God en zijn volk, kun je overeenkomsten zien met de rol die Jezus later op zich neemt. En ten slotte geeft Josia het goede voorbeeld: hij dient God met hart en ziel, en laat zien dat je eerlijk leeft als je God kent.

Vraag:
Wat vind je van de reactie van Josia nadat het boek met wetten is gevonden? Zou jij op dezelfde manier hebben gereageerd?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons