Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Vertrouwen op God

Bijbeltekst(en)

14Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. 16De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17En als we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen: erfgenamen van God, samen met Christus. Want wij delen in zijn lijden om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister.

18Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. 19De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat de luister van Gods kinderen openbaar wordt. 20Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door Hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar er is hoop, 21omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. 22Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23En zij niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan. 24In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 25Maar als wij hopen op wat we nog niet zien, blijven we in afwachting daarvan volharden.

Romeinen 8:14-25NBV21Open in de Bijbel

Liefde en vertrouwen zijn er niet van de ene op de andere dag. Ze hebben tijd nodig om te groeien. Neem mijn man William bijvoorbeeld. Ik vertrouw hem nu meer dan dat ik vijf jaar geleden deed. Niet dat ik hem toen niet vertrouwde, maar door samen het alledaagse leven te leiden, kon hij steeds laten zien dat hij te vertrouwen is. Op momenten dat ons huwelijk pittig was en toen ziekte naar binnen kroop, was hij degene die onwankelbaar naast me is blijven staan.

Zo is dat ook met God. Ons vertrouwen groeit als we investeren in onze relatie met Hem. Juist als we samen met God door het gebroken leven reizen, neemt ons vertrouwen in Hem toe.

Stel dat jouw geloof afhankelijk is van je omstandigheden of je gevoel, dan is het al gauw wankelbaar. Een zuchtje wind en je geloof ligt in duigen. Grote kans dat angst en leugens zullen toeslaan. Soms wordt geloven een bijzaak, enkel voor op zondag. Het is verleidelijk om je vertrouwen ergens anders in te leggen. Misschien vertrouw je op de mening van anderen, of op je uiterlijk, je rijkdom, je succes of talent.

Door Gods Woord en intimiteit met Hem leren we wie Hij is en wat Hij voor ons gedaan heeft. Beide staan vast. Daardoor stijgt ons geloof boven onze omstandigheden uit. Als we echter gaan zoeken naar wie God volgens ons zou moeten zijn en wat Hij nog zou moeten doen, dan raken we teleurgesteld.

In dit gedeelte in Romeinen 8 lezen we dat we niet kunnen geloven en vertrouwen zonder de heilige Geest. Het gaat tegen onze natuur in om een onzichtbare God te vertrouwen in tijden van nood. Uit onszelf lukt dat vaak niet.
En ik denk dat juist in perioden als deze er fundamenten van geloof gelegd kunnen worden.
In dit Bijbelgedeelte staat dat Gods Geest ons zal overtuigen dat we Gods geliefde kinderen zijn en dat we Hem mogen aanspreken met ‘Papa, Abba Vader’. Dat is wie God is: jouw Papa. Het kan misschien wat ongemakkelijk voelen om God zo te noemen, maar Hij nodigt ons uit in die vertrouwensrelatie.

Jezus heeft ons voorbestemd om thuis te zijn bij Hem, bij onze Vader. Laat dat vast staan, wat er ook gebeurt en waar je ook doorheen gaat. Vraag elke dag of de Geest jou een nieuw vertrouwen geeft. De Helper zal je helpen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons